BVJ HV1 T5 BS2

Thema 5 Gedrag en waarneming
HV1B - 25-04 - BRCI
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 5 Gedrag en waarneming
HV1B - 25-04 - BRCI

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS2 Voelen, ruiken en proeven

Lesdoelen: 
1. Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven. 
2. Je kunt benoemen hoe je verschillende geuren ruikt. 
3. Je kunt benoemen hoe je verschillende smaken proeft. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lesdoelen kun je aan het einde van de les aantonen?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. De bouw en functies van de huid
Hiervoor kijken jullie een filmpje. Tussendoor worden er vragen gesteld. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen maken
  • Als jij biologie moeilijk vindt, maak jij de paarse vragen. 
  • Als jij biologie makkelijk vindt, maak jij de gele vragen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van de huid

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van de lagen van de huid, van buiten naar binnen?
A
Lederhuid, onderhuids bindweefsel, opperhuid
B
Opperhuid, lederhuid, onderhuids bindweefsel
C
Onderhuids bindweefsel, lederhuid, opperhuid
D
Opperhuid, onderhuids bindweefsel, lederhuid

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 lagen bestaat de opperhuid?
A
Hoornlaag en kiemlaag
B
Hoornlaag en lederhuid
C
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
D
Hoornlaag en zweetlaag

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke laag van de opperhuid is de buitenste?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke laag bestaat uit levende cellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoornlaag bestaat uit dode cellen afgezet door de kiemlaag. Welk deel van de kiemlaag zal voornamelijk uit dode cellen bestaan?
A
Bovenste gedeelte
B
Onderste gedeelte

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:14
Wat is geen functie van de huid?
A
Regelen lichaamstemperatuur
B
Waarnemen
C
Beschermen tegen ziekteverwekkers
D
Zorgen voor beweging

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:46
Uit welke 2 lagen bestaat de opperhuid?
A
Kiemlaag en lederhuid
B
Lederhuid en onderhuids bindweefsel
C
Kiemlaag en hoornlaag
D
Hoornlaag en lederhuid

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:11
Bestaat de kiemlaag uit dode cellen of levende cellen? Delen die veel of weinig?
A
Dode cellen die veel delen.
B
Levende cellen die veel delen.
C
Dode cellen die niet veel delen.
D
Levende cellen die niet veel delen.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:11
Wat zijn de functies van de hoornlaag?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:09
UV-straling en de huid
UV-straling: schadelijke straling voor de huid
Pigment: stofje dat je huid aanmaakt ter bescherming tegen UV
Bleke huid: weinig bescherming tegen UV. Insmeren!!
Donkere huid: beter beschermd tegen UV. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

02:24
Zintuigcellen in de huid
BS1/huiswerk

Slide 18 - Carte mentale

Goede antwoorden: 
- warmtezintuig
-koudezintuig
-drukzintuig
-tastzintuig
03:04
Wanneer zijn de zweetklieren actief?
A
Als je het koud hebt.
B
Als je het warm hebt.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:20
Wat is de functie van talgklieren?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:32
Wat gebeurt er als
de haarspiertjes
samentrekken?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:44
Maak de zin compleet: In het onderhuidse bindweefsel ligt (..1..) opgeslagen, dat zorgt voor (..2..) van het lichaam
A
1. talg + 2. isolatie
B
1. talg + 2. afkoeling
C
1. vet + 2. isolatie
D
1. vet + 2. afkoeling

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Delen voornamelijk de onderste of de bovenste cellen van de kiemlaag?
A
Onderste
B
Bovenste

Slide 23 - Quiz

De onderste laag cellen van de kiemlaag deelt zich voortdurend. Daardoor komen er steeds nieuwe kiemlaagcellen bij. Waardoor de bovenste kiemlaagcellen opschuiven naar buiten, richting de hoornlaag. 
Zo ziet de opperhuid er dus uit.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cellen in de bovenste kiemlaag maken veel hoornstof aan. Wat is de functie van hoornstof?
A
Zorgt ervoor dat cellen delen.
B
Zorgt ervoor dat cellen doodgaan.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN functie van de hoornlaag?
A
Bescherming tegen beschadiging
B
Bescherming tegen uitdroging
C
Bescherming tegen ziekteverwekkers
D
Nieuwe cellen aanmaken

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder je voeten wordt eelt aangemaakt wanneer er sprake is van veel wrijving en druk. Je huid moet dus extra bescherming tegen beschadiging bieden. Welke huidlaag wordt hierdoor dikker?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke laag van de huid liggen de zintuigcellen?
A
Lederhuid
B
Kiemlaag
C
Onderhuids bindweefsel
D
Hoornlaag

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om de drukzintuigen te activeren, moet je erg hard in je huid drukken. Wat is waar?
A
Drukzintuigen liggen ondiep in de huid
B
Drukzintuigen liggen diep in de huid

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een brandwond is een beschadiging van de huid. Als een brandwond erg diep is, kan je niks meer waarnemen. Welke huidlaag is dan aangetast?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke laag van de huid heeft als functie het bijmaken van nieuwe cellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een brandwond niet erg diep is, kan dit herstelt worden. Welke laag zorgt voor het herstel van de wond?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Je kunt benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
3. Je kunt benoemen hoe je verschillende smaken proeft. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:16
Wat is de juiste volgorde van het waarnemen van geur?
A
impuls --> prikkel --> zintuigcel --> hersenen
B
prikkel --> zintuigcel --> impuls --> hersenen
C
zintuigcel --> impuls --> prikkel --> hersenen
D
impuls --> zintuigcel --> prikkel --> hersenen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:57
Welke smaken kunnen
wij onderscheiden

Slide 36 - Carte mentale

zoet
zuur
zout
bitter
umami
02:02
Hoe noemen wij een groepje van smaakzintuigcellen?
A
Smaakknopje
B
Talgklier
C
Umami
D
Groef

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:23
Waar liggen de smaakknopjes?
A
Achter op je tong
B
Voorin op je tong
C
Aan de zijkanten van je tong
D
Over de hele tong verspreid

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Proeven en ruiken
De smaakzintuigcellen in je tong kunnen 5 smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout, bitter, umami. 1 smaakknopje is gevoelig voor 1 smaak.

Ons reukzintuig kan héél veel verschillende geuren onderscheiden. 1 type reukzintuigcel is gevoelig voor 1 bepaalde stof. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chocolade en snoep zijn allebei zoet, maar toch smaken ze anders. Leg uit hoe dit kan?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Chocolade en snoep zijn allebei zoet, maar toch smaken ze anders. Dit komt omdat ons reukorgaan helpt bij het proeven! 
Het reukorgaan kan namelijk heel veel geuren onderscheiden. Samen met de zoete smaak die de smaakzintuigcellen waarnemen, kan je dus chocolade of snoep proeven. 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken!
Maak in je boek op blz. 96 (of online) opdracht 1,2,3,4,6,8
Klaar? Kijk Freek Vonk op de volgende slide.  

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions