4.2 Verschuivingen van de vraaglijn en de aanbodlijn

Hoofdstuk 4. De arbeidsmarkt
  • Bespreken opdrachten hoofdstuk 4: 4.9 t/m 4.14
  • Aan de slag met de opdrachten 4.14 t/m 4.17

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4. De arbeidsmarkt
  • Bespreken opdrachten hoofdstuk 4: 4.9 t/m 4.14
  • Aan de slag met de opdrachten 4.14 t/m 4.17

Slide 1 - Diapositive

Zolang vraag en aanbod op de arbeidsmarkt alleen bepaald worden door de hoogte van het loon , komt het evenwicht tot stand door
A
verschuivingen van de vraag- en aanbodlijn
B
verschuivingen over of langs de vraag- en aanbodlijn

Slide 2 - Quiz

Opgave 4.9
Stel dat door de economische groei de vraag naar vervoer,
en daarmee truckers, stijgt naar Qv = -L + 50.000 (Qa = 2L - 30.000)

a. Teken de nieuwe vraaglijn.
b. Hoeveel truckers worden er bij elk loon meer gevraagd dan in de uitgangssituatie?
  • Bij elk loon worden nu 50.000 – 45.000 = 5.000 truckers meer gevraagd.
c. Bereken het nieuwe evenwichtsloon en -hoeveelheid.
  • Qa = Qv  → 2L – 30.000 = -L + 50.000 →  2L + L = 50.000 + 30.000
  • 3L = 80.000 → L = 80.000 / 3 = € 26.667
  • L invullen in Qa of Qv → 2 × 26.667 – 30.000 = 23.334 truckers
d. Leg uit dat er in de evenwichtssituatie onder de truckers geen werkloosheid is.

Slide 3 - Diapositive

Minimum loon (effect)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De vraag naar arbeid is/zijn de ...
A
werkgelegenheid
B
beroepsbevolking
C
vacatures
D
werklozen

Slide 6 - Quiz

Het aanbod van arbeid bestaat uit ...
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen

Slide 7 - Quiz

Hoe zou je de arbeidsmarkt kunnen typeren?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie

Slide 8 - Quiz

Als er meer mensen parttime gaan werken, dan ...
A
verschuift de aanbodlijn van arbeid naar links
B
verschuift de aanbodlijn van arbeid naar rechts
C
verschuift de vraaglijn van arbeid naar links
D
verschuift de vraaglijn van arbeid naar rechts

Slide 9 - Quiz

Aan de slag

Maak opdracht 4.15 t/m 4.17

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo