Klas 4 Leesvaardigheid: vragen over de theorie


Leesvaardigheid

Wat weet je al? 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Leesvaardigheid

Wat weet je al? 

Slide 1 - Diapositive

Wat is geen leesstrategie?
A
verkennend lezen
B
plezierig lezen
C
grondig lezen
D
zoekend lezen

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste leesstrategie als je wilt weten waar de tekst over gaat?
A
grondig lezen
B
zoekend lezen
C
verkennend lezen

Slide 3 - Quiz

Wanneer gebruik je de leesstrategie zoekend lezen?
A
Als je moet zoeken naar de tekst
B
Als je geen zin hebt om de hele tekst te lezen
C
Als je een samenvatting wilt maken van de tekst
D
Als je een antwoord wilt vinden in de tekst op een vraag

Slide 4 - Quiz

Welke tekstdoelen
ken je?

Slide 5 - Carte mentale

Tekstdoelen
1 Informeren: informatie geven / iets nieuws vertellen
2 Uitleggen: de schrijver wil uitleg of een instructie geven
3 Mening geven de schrijver geeft verschillende meningen (beschouwing)
4 Overtuigen: de schrijver wil anderen van zijn/haar mening overtuigen / waarschuwen
5 Amuseren: vermaken
6 Activeren / aansporen / overhalen: de schrijver wil de lezer tot handelen overhalen

Slide 6 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van een reclametekst?
A
informeren
B
instructie geven
C
amuseren
D
activeren

Slide 7 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recensie?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
activeren

Slide 8 - Quiz

Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Wat zijn tussenkopjes?

Slide 10 - Question ouverte

Lees de tekst

Slide 11 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren

Slide 12 - Quiz

Wat is volgens alinea 1 het tegenovergestelde van illegaal?

Slide 13 - Question ouverte

Hoeveel problemen noemt alinea 2?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het doel van de tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 15 - Quiz

Waar vind je vaak de hoofdgedachte van een tekst?
A
In de titel
B
In de bron
C
In de inleiding
D
In de hele tekst

Slide 16 - Quiz

Wat is een hoofdgedachte?
A
Een gedachte van de schrijver
B
Een korte samenvatting van de tekst in 1 zin
C
De eerste zin van de tekst
D
De titel van de tekst

Slide 17 - Quiz

Waar vind je vaak de bron van de tekst?
A
Boven de tekst
B
Bij de afbeelding
C
In de tekst
D
Onder de tekst

Slide 18 - Quiz

Wat weet je over
signaalwoorden?

Slide 19 - Carte mentale

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "opsomming"?
A
en
B
want
C
omdat
D
toch

Slide 20 - Quiz

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "reden"?
A
en
B
want
C
ten eerste
D
toch

Slide 21 - Quiz

-maar-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 22 - Quiz

-om te beginnen-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 23 - Quiz

Signaalwoorden

Slide 24 - Diapositive

Ben je klaar voor de toets?
010

Slide 25 - Sondage