3.1 en 3.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Schrijven Hoofdstuk 3

Corresponderen

                3.1 Informeel en formeel 

                3.2 Zakelijke e-mail

                3.3 Zakelijke brief

                3.4 Sollicitatiebrief en CV

                3.5 Offerte

Doelen

Je kunt je taal afstemmen op je doel en publiek.

Je kunt een zakelijke mail opstellen.

Wat was het onderwerp van je laatste informele gesprek?

Geef een voorbeeld van een formeel gesprek.

1. Formeel
2. Informeel

1. Formeel
2. Informeel

Aan de slag

We maken van Schrijven 3.1 opdracht 3

(--> kan ook aan het einde van de les)

Zakelijke e-mail

We bekijken 3 formele/zakelijke e-mails (op papier)

Bespreek wat goed is en wat beter kan

Goed voorbeeld zakelijke 

e-mail

Indeling

Aanhef:       Kies een juiste > Geachte.. of Beste..

Inleiding:     Waarom schrijf je deze e-mail?

Middenstuk: Welke informatie wil je hebben? Wat is je boodschap? Welke vragen heb je?                       Stuur je een bijlage mee? Dan zet je dat ook in je tekst.

Slot:            Beschrijf wat je van de lezer verwacht en bedank hem of haar alvast.

Afsluiting:    Sluit je e-mail af met ‘Met vriendelijke groet’ en je voor- en achternaam).

                  Controleer je e-mail op spel- en taalfouten.

                  Controleer of je een bijlage echt hebt toegevoegd, voordat je de e-mail                            verzendt.

En nu zelf: zakelijke e-mail 

• aan jouw docent
• bedanken voor de hulp bij het maken van het BPV-verslag
• verslag als bijlage toegevoegd
• stel een datum voor om dit verslag te bespreken
• passende afsluiting

                Controleer op spelling en of de bijlage is toegevoegd. 

Tips en tops voor mij?