Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
goedemorgen!
welkom allemaal
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we allemaal doen vandaag?
Terugblik vorige les.
Bespreken paragraaf 8.2
Zelfstandig werken.
Gezamenlijk bespreken opdrachten
Slide 2 - Diapositive
BBP staat voor?
A
Bruto binnenlands product
B
Netto binnenlands product
C
Bruto buitenlands product
D
Bruto binnenlands inkomen
Slide 3 - Quiz
Een rijker persoon is per definitie welvarender dan een arm persoon
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
kun je de vier productiefactoren noemen? (denk aan hoe je een bootje in het water noemt)
Slide 5 - Question ouverte
Tertiaire sector
Quartaire sector
Primaire sector
Secundaire sector
Slide 6 - Question de remorquage
Leerdoelen 8.2
Je kunt voorbeelden noemen van factoren die de trend beïnvloeden.
Je kunt het verschil tussen structurele en conjuncturele ontwikkeling uitleggen.
Je kunt met voorbeelden uitleggen dat zowel door conjuncturele als structurele oorzaken werkeloosheid kan ontstaan.
Slide 7 - Diapositive
Meetbare welvaart
BBP (bruto binnenlands product) Dit is de totale productie van bedrijven en overheid.
BBP per hoofd van de bevolking (zegt iets beter over de welvaart van mensen)= totale bbp/aantal inwoners
Je bereikt economische groei wanneer het bbp stijgt.
Slide 8 - Diapositive
trend
de gemiddelde economische groei over een bepaalde periode. (Dus de groei van het BBP)
arbeidsproductiviteit
Slide 9 - Diapositive
conjunctuur
De economische groei op korte termijn laat veel schommelingen zien en dit noemen we een conjunctuur
Slide 10 - Diapositive
Gevolgen hoog- en laagconjunctuur
Hoogconjunctuur:
stijgende lonen en meer vraag naar arbeid.
Laagconjunctuur: werkloosheid
Slide 11 - Diapositive
Werkloosheid
conjuncturele werkloosheid
Ontstaat in een laagconjunctuur en is op de korte termijn. Door het minder produceren ontstaat werkloosheid. Zodra het beter met de economie gaat wordt deze opgelost.
structurele werkloosheid
Dit is structureel en kan niet op korte termijn worden opgelost. Dit kan doordat mensen niet geschoold zijn voor de juiste banen (veel vraag naar docenten, terwijl veel stukadoors zich aanbieden)
Slide 12 - Diapositive
De economische groei over een lange periode noemen we de ...
A
trend
B
hoogconjunctuur
C
laagconjunctuur
D
arbeidsproductiviteit
Slide 13 - Quiz
In een laagconjunctuur is er sprake van ...
A
veel bestedingen
B
hoge prijzen
C
werkloosheid
Slide 14 - Quiz
De ... werkloosheid is op korte termijn op te lossen.
A
conjuncturele
B
structurele
Slide 15 - Quiz
zelfstandig aan het werk
Maak nu eerst opdracht 23 deze bespreken we zo klassikaal.
andere huiswerk opdrachten: 12 t/m 19.
timer
1:00
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Keuzewerk
Eerst wil ik jullie vragen om een tip en een top van deze les op een papiertje te zetten. Daarna kun je aan de slag met de volgende keuzes:
Huiswerk maken: 12 t/m 19 (H8).
Maken eigen samenvatting.
Eigen keuze: in overleg met Ivo
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
Afronding van deze les
Je kunt voorbeelden noemen van factoren die de trend beïnvloeden.
Je kunt het verschil tussen structurele en conjuncturele ontwikkeling uitleggen.
Je kunt met voorbeelden uitleggen dat zowel door conjuncturele als structurele oorzaken werkeloosheid kan ontstaan.