Klas 1 Breuken en procenten

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Indeling van deze les

We gaan bezig met breuken en procenten.

Er zijn stukjes met uitleg, lees deze goed door.

Daarna komen er steeds opdrachten.

Uitleg

Welk deel van de
figuur is gekleurd?

1. 2/12
2. 2/8
3. 1/10
4. 4/16

Uitleg

Twee breuken zijn gelijknamig als de noemers gelijk zijn.

Je kunt breuken alleen optellen of aftrekken als de breuken gelijknamig zijn.

Vul "is meer dan", "is minder dan" of "is gelijk aan" in.
1 op de 4 ............ 1/5

1. is meer dan
2. is minder dan
3. is gelijk aan

Vul "is meer dan", "is minder dan" of "is gelijk aan" in.
3 op de 8 ........ 1/2

1. is meer dan
2. is minder dan
3. is gelijk aan

Vul "is meer dan", "is minder dan" of "is gelijk aan" in.
2 op de 6 ......... 1/3

1. is meer dan
2. is minder dan
3. is gelijk aan

Vul "is meer dan", "is minder dan" of "is gelijk aan" in.
3 op de 12 ............... 1/4

1. is meer dan
2. is minder dan
3. is gelijk aan

Uitleg

Je kunt gelijknamige breuken optellen door de tellers bij elkaar op te tellen.

Bijvoorbeeld:

Uitleg

Je kunt gelijknamige breuken aftrekken door de tellers van elkaar af te halen.

Bijvoorbeeld:

Uitleg

Als een breuk groter is dan 1 kan je deze vereenvoudigen door de helen eruit te halen.

Bijvoorbeeld:

Uitleg

Hoe bereken je een deel van een hoeveelheid?

1. Deel de hoeveelheid door de noemer van de breuk.

2. Vermenigvuldig de uitkomst met de teller van de breuk.

Jan gaat naar de Ardennen en wil in 4 dagen in totaal 240 km fietsen.
Hij wil elke dag hetzelfde aantal km fietsen.
Hoeveel km zou hij in 3 dagen fietsen?

1. 60 km
2. 120 km
3. 180 km
4. 240 km

Zes stiften kosten drie euro.
Hoeveel kosten acht stiften?

1. 3,50 euro
2. 4 euro
3. 4,50 euro
4. 5 euro

50 tegels kosten 75 euro.
Hoeveel betaal je voor 30 tegels?

1. 40 euro
2. 45 euro
3. 50 euro
4. 55 euro

Sylvia maakt zelf 120 wenskaarten.
Daarvan zijn er 5 van de 8
voor verjaardagen.
Bereken hoeveel kaarten dit zijn.

1. 92 kaarten
2. 60 kaarten
3. 82 kaarten
4. 75 kaarten

De politie controleert 200 auto's.
Tien automobilisten krijgen een bekeuring. Welk deel is dat?

1. 1/200
2. 5/100
3. 1/10

Uitleg

Een getal waar een komma in staat noem je een  kommagetal of een decimaal getal.

De cijfers achter de komma noem je decimalen.

Het eerste cijfer achter de komma noem je de eerste decimaal, het tweede cijfer achter de komma de tweede decimaal enzovoort.

De plaats van een cijfer achter de komma vertelt je de waarde van dat cijfer.

Hierbij werk je met tienden, honderdsten, duizendsten,….

Uitleg

Uitleg

Decimale getallen en breuken.

Tips:

Wanneer je breuken omzet naar decimale getallen of andersom:

* Denk aan geld.

* Denk aan een verhaal.

* Teken een getallenlijn.

Uitleg

Breuk naar decimaal getal:

* Maak van de breuk een breuk met een noemer van de breuk 10,100,1000,….

* Schrijf de breuk in de vorm van een decimaal getal.

Voorbeelden

Uitleg

Handige breuken en decimale getallen om te weten:

Welk decimaal getal hoort bij de breuk

1. 0,2
2. 1,20
3. 0,5
4. 0,05

Welk decimaal getal hoort bij de breuk

1. 4,25
2. 4,4
3. 4,2

Welk decimaal getal hoort bij de breuk

1. 2,125
2. 2,58
3. 2,625
4. 2,875

Wat vond je van deze les?
En wat heb je geleerd?

Waar heb je nog vragen over?