Thema 2, les 9 uitdrukkingen en hygiëne

Noem dingen die je doet als je schoonmaakt.
1 / 49
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Noem dingen die je doet als je schoonmaakt.

Slide 1 - Question ouverte

Het verhaal
We lezen eerst samen het verhaal op bladzijde 44.

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
  Ik leer woorden bij het thema schoon, hygiëne en ik leer
 figuurlijk taalgebruik herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Dirk is zo sloom als een slak.

Ik leer vandaag wat beeldspraak is en ik kan de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek.


Voorbeeld:

Dirk is zo sloom als een slak.




Slide 4 - Diapositive

LETTERLIJK

- precies zoals het geschreven is.



FIGUURLIJK

- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat


Jullie mogen in de pauze naar buiten.
Ik was zo moe gisteren. Ik ging daarom met de kippen op stok.

Slide 5 - Diapositive

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Letterlijk of figuurlijk?
‘David was zo moe als een hond. Hij lag ziek op bed. Opeens kwam zijn moeder binnen. Hij schrok zich een hoedje!’

Slide 9 - Diapositive

letterlijk of figuurlijk?

Slide 10 - Diapositive

letterlijk of figuurlijk?
Het is heerlijk om in het geld te zwemmen.

Slide 11 - Diapositive

Jan struikelde over zijn eigen woorden.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Jan struikelde over een grote boomtak.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Toen Saar tegen de deur aangelopen was, bloedde haar neus.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Saar deed net of haar neus bloedde, toen Karlijn langsliep.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz

Fien trekt haar nieuwe schoenen aan.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 16 - Quiz

Fien trekt haar stoute schoenen aan.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 17 - Quiz

Hayley schilt een appel.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik

Slide 18 - Quiz

Met jou heb ik nog een appeltje te schillen!
A
letterlijk taalgebruik
B
figuurlijk taalgebruik

Slide 19 - Quiz

Dylano is een boom van een vent.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 20 - Quiz


Wie zegt een figuurlijke zin?
A
B
C

Slide 21 - Quiz

door de bomen het bos niet meer zien.
geen overzicht meer hebben door te veel informatie of te veel rommel.

Op het internet is zoveel informatie te vinden dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet.

Slide 22 - Diapositive

oog in oog staan
recht tegenover iets of iemand staan.

Ik stond oog in oog met een hele boze buurman.

Slide 23 - Diapositive

op het punt staan om
bijna beginnen met

De ijshockeywedstrijd staat op het punt om te beginnen.

Slide 24 - Diapositive

het wordt (hoog) tijd
Dringend, het moet gauw gebeuren.

Het wordt hoog tijd om ons huis te verven, want het ziet er niet meer uit.

Slide 25 - Diapositive

je niet uit het veld laten slaan.
De moed niet verliezen, dapper doorgaan.

Ik laat mij niet uit het veld slaan door een slecht cijfer. De volgende keer gewoon beter.

Slide 26 - Diapositive

in de weer zijn
bezig zijn

Ik ben druk in de weer met mijn huiswerk. Ik doe alles tegelijk.

Slide 27 - Diapositive

de bacterie
Heel klein beestje dat je alleen met een microscoop kunt zien. Sommige bacteriën veroorzaken ziektes

Ik heb een keelontsteking. Die is veroorzaakt door een bacterie.

Slide 28 - Diapositive

de diarree
dunne, waterige, poep

Ook diarree wordt veroorzaakt door een bacterie. Dan heb je soms iets verkeerds gegeten, waar verkeerde bacteriën in zitten,

Slide 29 - Diapositive

fris
1. schoon
2. koel

1. Na het douchen ben ik lekker fris.

2. Het is fris buiten en daarom trek in een jas aan,

Slide 30 - Diapositive

de hygiëne
Ervoor zorgen dat jijzelf en jouw omgeving schoon blijven. Je wordt dan niet zo gauw ziek door bacteriën.

Goede hygiëne is belangrijk, anders ga je stinken en wordt je huis vies. Daardoor kan je dan weer ziek worden.

Slide 31 - Diapositive

de riolering
De buizen onder de grond waardoor het vieze water van de wc en de gootsteen worden afgevoerd.

Goede hygiëne is belangrijk, anders ga je stinken en wordt je huis vies. Daardoor kan je dan weer ziek worden.

Slide 32 - Diapositive

zuiver
helemaal schoon, puur.

Het is belangrijk dat de lucht zuiver is, anders kunnen we niet goed ademen.

Slide 33 - Diapositive

Hoe kan ik dit figuurlijk zeggen?
De ridder stond plotseling tegenover zijn vijand.
A
oog in oog met
B
in de weer
C
laat me niet uit het veld slaan
D
op het punt

Slide 34 - Quiz

Hoe kan ik dit figuurlijk zeggen?
Ik sta klaar om te vertekken.
A
oog in oog met
B
in de weer
C
laat me niet uit het veld slaan
D
op het punt

Slide 35 - Quiz

Hoe kan ik dit figuurlijk zeggen?
Wat een pech! Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen om alle problemen op te lossen.
A
zie door de bomen het bos niet meer
B
in de weer
C
laat me niet uit het veld slaan
D
op het punt

Slide 36 - Quiz

Hoe kan ik dit figuurlijk zeggen?
Het is misschien moeilijk, maar ik ga gewoon door.
A
zie door de bomen het bos niet meer
B
in de weer
C
laat me niet uit het veld slaan
D
op het punt

Slide 37 - Quiz

Hoe kan ik dit figuurlijk zeggen?
Mijn vader is druk bezig met allerlei snoertjes.
A
zie door de bomen het bos niet meer
B
in de weer
C
laat me niet uit het veld slaan
D
op het punt

Slide 38 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Bij het koken van eten is ...... belangrijk.
A
bacterie
B
hygiëne
C
fris
D
zuiver

Slide 39 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Als er een schadelijke .... aan je handen zit kun je ziek worden.
A
bacterie
B
hygiëne
C
fris
D
zuiver

Slide 40 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Dan kun je bijvoorbeeld ........ krijgen.
A
bacterie
B
diarree
C
fris
D
de riolering

Slide 41 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Het vuile water van de wc verdwijnt in
A
bacterie
B
diarree
C
fris
D
de riolering

Slide 42 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Dit water wordt schoongemaakt zodat het weer ..... is.
A
de riolering
B
diarree
C
fris
D
zuiver

Slide 43 - Quiz

Welk hoort past op de stipjes?
Het is fijn om ..... water te drinken als je dorst hebt.
A
de riolering
B
diarree
C
fris
D
bacterie

Slide 44 - Quiz

Zijn de onderstreepte woorden figuurlijk of letterlijk taalgebruik?
figuurlijk
je bedoelt iets anders

letterlijk
precies zoals je het zegt
Het is hoog tijd voor een karweitje
De keuken moet worden schoongemaakt.
Pak jij de schoonmaakspullen uit de kast?
We verwijderen de bacteriën van het aanrecht.
Wat ruikt het weer lekker fris!
Mounir is in de weer met de dweil.

Slide 45 - Question de remorquage

Wat is de goede uitdrukking?
Brian ........... om schoon water te pakken.
A
staat op het punt
B
in in de weer

Slide 46 - Quiz

Wat is de goede uitdrukking?
Mies gaat ............. met een dweil.
A
staat op het punt
B
in in de weer

Slide 47 - Quiz

Wat is de goede uitdrukking?
Het is een grote troep.
Ze .............. en ruimen alles op.
A
laten zich niet uit het veld slaan
B
zien door de bomen het bos niet meer

Slide 48 - Quiz

aan het werk
  Heb je nog niet alle woorden in je schift geschreven?
Maak dat eerst af.

KLAAR
taalblobs

Slide 49 - Diapositive