2. Onderstreep 3 woorden die je nog niet kent of moeilijk in je eigen woorden kunt uitleggen.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Burgers en stoommachines
2.1 Industrie en samenleving
Startopdracht:
1. Lees de teksten op blz. 20 en 21.
2. Onderstreep 3 woorden die je nog niet kent of moeilijk in je eigen woorden kunt uitleggen.
Slide 1 - Diapositive
De industriële revolutie
Tot 1800 werd bijna alles met de hand gemaakt
Vanaf 1800 werd steeds meer met machines gemaakt
Dit noemen we de industriële revolutie
Voorbeeld voor 1800
Aan het spinnewiel
Voorbeeld na 1800
Aan de machine
Slide 2 - Diapositive
Steenkool en stoom
De industriële revolutie begon in Groot-Brittannië
Ondernemers stichtten daar fabrieken om spullen te maken
Deze maakten ze met stoommachines
Als energiebron gebruikten ze steenkool
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 3 - Diapositive
Filmpje
De stoommachine
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Nieuwe producten
Trein
Electrisch licht
Kunstmest
Telefoon
Slide 6 - Diapositive
Industriële samenleving
Door de revolutie veranderde de samenleving
Sommige banen verdwenen, sommige ontstonden
Vooral de dienstensector groeide
Er gingen meer mensen in de steden wonen
Zo ontstond een industriële samenleving
Dienstensector
Beroepen die niet met de landbouw of industrie te maken hebben
Vraag
Waarom gingen mensen naar de steden?
Slide 7 - Diapositive
Industriële samenleving
Periode van 1800 tot heden heet moderne tijd.
Vanaf 1850 ook in andere westerse landen en Japan.
Slide 8 - Diapositive
Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
Slide 9 - Question de remorquage
Aan de slag!
Huiswerk: Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 26 van je werkboek
Gebruik hierbij blz. 20 van je informatieboek.
Klaar? --> Maak test jezelf 2.1 op blz 36 in je werkboek
Gebruik hierbij de begrippenlijst op blz 28 van je informatieboek.
Slide 10 - Diapositive
In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 11 - Quiz
Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars
Slide 12 - Quiz
In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 13 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriële Revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 14 - Quiz
Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd
Slide 15 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 16 - Quiz
Welke sector ontstaat door de komst van de industrialisatie?