herhalen hoofdstuk 7 en 9

Deze les:Oefenen voor de repetitie
Hoofdstuk 7 en 9
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Deze les:Oefenen voor de repetitie
Hoofdstuk 7 en 9

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebeurtenissen in chronologische volgorde

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in volgorde van tijd
A De Titanic zinkt
B  In Versailles wordt de vrede gesloten met zware straffen voor  DuitslandStalin aan de macht
C Adam Smith pleit voor economische vrijheid
D Congres van Berlijn: Afrika wordt verdeeld tussen de Europese landen
E Italië wordt een eenheidsstaat


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pak je jaartallenblad en controleer je antwoord

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in volgorde van tijd
A De Titanic zinkt-----1912
B  In Versailles wordt de vrede gesloten met zware straffen voor  DuitslandStalin aan de macht-----1919
C Adam Smith pleit voor economische vrijheid-----1776
D Congres van Berlijn: Afrika wordt verdeeld tussen de Europese landen------1884
E Italië wordt een eenheidsstaat------1870


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leopolds schrikbewind in Congo
Bij welke kenmerkend aspect past deze afbeelding? Waarom?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk KA past deze afbeelding?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begin van de Europese expansie
kenmerkend aspect uit tijdvak 5
Tijd van ontdekkers en hervormers 1500 - 1600

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En deze?

Slide 10 - Diapositive

wetenschappelijke revolutie
En deze?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelingen in de 19de eeuw


Kijk eens naar het blad met kenmerkende aspecten uit tijdvak 8. Welke van deze kenmerkende aspecten komen langs in het filmpje?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Moord op kroonprins Frans Ferdinand (1914)
Aanleiding of oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 


Aanleiding Eerste Wereldoorlog: Moord op Frans Ferdinand.

Oorzaken:  o.a.nationalisme, modern imperialisme, militairisme, bondgenootschapen

Gevolg: Eerste Wereldoorlog 1914-1918


Loopgravenoorlog.

  • 1917 Rusland stopt met de oorlog, de VS ging meedoen.
  • 1918 Wapenstilstand
  • 1919 Vrede van Versailles

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Roaring Twenties

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Roosevelt en de New Deal 1933-1940

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De New Deal
De New Deal beïnvloedde het volgende: 
  • De banken
  • De industrie
  • De landbouw
  • Sociale wetten 


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat werd Nederland in 1815?
A
Republiek
B
Keizerrijk
C
Monarchie
D
Oligarchie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurde er in 1815?
A
Congres van Wenen
B
Het Koninkrijk der Nederlanden ontstond
C
Napoleon werd verslagen
D
De Franse Revolutie begint

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de strijd om zoveel mogelijk koloniën tussen de Europese landen genoemd?
A
Kolonialisme
B
Rumble For Afrika
C
Modern Imperialisme
D
Nationalisme

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie Europese landen hebben het modern imperialisme massaal toegepast in Afrika?
A
Engeland, Frankrijk en de VS
B
Nederland, Engeland en Frankrijk
C
Duitsland, Spanje en Engeland
D
Frankrijk, Engeland en Duitsland.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Modern Imperialisme was de machtsuitbreiding van de West-Europese landen op koloniën in Afrika en Azië in de 19e eeuw. Waarom had dit te maken met de Industriële Revolutie in Europa?
A
Omdat er door de I.R. betere wapens werden gemaakt in Europa waarmee ze makkelijk gebieden konden veroveren.
B
Omdat er door de I.R. stoomboten waren uitgevonden die ervoor zorgden dat er meer Europese soldaten snel naar Azië en Afrika konden.
C
Omdat er door de I.R. behoefte was aan grondstoffen voor de Europese fabrieken, zoals olie, rubber en ruwe katoen. Daarom wilden de Europeanen die gebieden veroveren.
D
Omdat er door I.R. behoefte was aan een afzetmarkt voor hun producten. Daarom wilden de Europeanen die gebieden innemen zodat ze hun producten daar konden verkopen.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee van onderstaande zijn een gevolg van het ontstaan van een massasamenleving?
A
ontkerkelijking
B
individualisering
C
toenemende welvaart
D
democratisering

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was de industriële revolutie een voorwaarde voor het ontstaan van de massasamenleving?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN kenmerk van een moderne massasamenleving
A
Groot deel bevolking leeft in steden
B
Mensen zijn eenvoudig te bereiken door bijv. televisie
C
Groot deel van de bevolking is arm
D
Mensen en goederen kunnen snel verplaatst worden

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Sovjet-Unie was
A
democratisch
B
communistisch
C
kapitalistisch
D
een monarchie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Sovjet-Unie had een...
A
Leeneconomie
B
Winst gedreven economie
C
Luxe economie
D
Planeconomie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van het stalinisme?
A
Er is sprake van een dictatuur
B
Er is een totalitaire staat met propaganda, censuur en terreur
C
Er zijn politieke rechten voor het individu
D
Weinig tot geen vrijheid voor het individu

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie introduceerde de New Deal?
A
Hoover
B
Roosevelt
C
Ford
D
Carter

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er nieuw aan de New Deal?
A
Amerika werd socialistisch
B
De Amerikaanse overheid ging experimenteren
C
Amerika werd fascistisch
D
De Amerikaanse overheid ging zich met de economie bemoeien

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was geen onderdeel van de New Deal?
A
Oorlog voeren.
B
Staatsinvesteringen in economie zoals landbouwsubsidies
C
Regulering van financiële sector.
D
Uitkeringen voor werklozen en betere arbeidswetten

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de New Deal?
A
Een voetbalgame
B
Een verkoopplaats voor nieuwe auto's
C
Een pakket maatregelen om grote depressie tegen te gaan
D
Een verkoopovereenkomst

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goedemorgen
Deze les:
Oefenen voor de repetitie met de kenmerkende aspecten.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KA tijdvak 6,7 en 8
Pak je jaartallenblad erbij
Werk in duo's

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions