hormoonstelsel introductie

Welkom
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Deze week:
Hormoonstelsel
Korte introductie met daarna groepsvragen

Slide 2 - Diapositive

Wat weten jullie al over hormonen?
Op werk ook info hierover?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucose aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

Opdracht
  • In groepjes één hormoonsysteem uitwerken
  • De opdracht staat in Teams, in bestanden , in de map Lesmateriaal
  • Na 20 minuten weer terug in de les voor een korte presentatie. Elk groepje 5 minuten.
  • Deelnemers staan bij het onderwerp in de breakoutroom

Slide 12 - Diapositive

Steroïdhormonen zijn eiwitachtige stoffen.
Het effect van deze hormonen is meestal pas na een tijdje zichtbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Adrenaline is een steroidhormoon
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Endocriene cellen hebben als functie het produceren van een bepaald hormoon
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De hypofysevoorkwab bestaat uit zenuwweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

De hypofyseachterkwab bestaat uit zenuwweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Cortisol
A
verlaagt de bloedsuikerspiegel
B
wordt gemaakt in het bijnierschors

Slide 18 - Quiz

Progesteron bereidt het baarmoederslijmvlies voor op de innesteling van een bevruchte eicel
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Testosteron
A
stimuleert de aanmaak van eiwitten voor spierontwikkeling
B
stimuleert de eisprong

Slide 20 - Quiz

Het ADH zorgt ervoor dat er meer water wordt uitgescheiden
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

De hypofyseachterkwab produceert
A
ADH
B
oxytocine
C
A+ B
D
geen van beiden

Slide 22 - Quiz

Histamine zorgt voor
A
vernauwen van de bloedvaten ( vasoconstrictie)
B
verhoogde doorlaatbaarheid van bloedvaten
C
A+ B

Slide 23 - Quiz

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucose aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

De cellen waarop een bepaald hormoon effect heeft, noemen we doelwitcellen
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Nog vragen?

Slide 26 - Question ouverte