5.06 Het hormoonstelsel

5.06: Het hormoonstelsel
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.06: Het hormoonstelsel

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 3 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 4 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 5 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 6 - Quiz

Op welke plek wordt een bewuste reactie verwerkt?
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 7 - Quiz

Verlopen de impulsen van een reflex via de schakelcellen in de grote hersenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Tijdens een reflex worden de impulsen via gevoelszenuwcellen naar schakelcellen in je ruggenmerg geleid. De schakelcellen geleiden de impulsen direct door naar de bewegingszenuwcellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Je stoot je teen aan de tafelpoot. Hierdoor trek je jouw voet automatisch terug.
Welke weg leggen de impulsen af om ervoor te zorgen dat je automatisch je voet terugtrekt?
A
De impulsen worden direct naar de hersenen gestuurd.
B
De impulsen worden via schakelcellen naar de hersenen gestuurd.
C
De impulsen worden direct naar de beenspieren gestuurd.
D
De impulsen worden via schakelcellen naar de beenspieren gestuurd.

Slide 10 - Quiz

0

Slide 11 - Vidéo

Hormoonstelsel
Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen

Slide 12 - Diapositive

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 13 - Diapositive

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 14 - Diapositive

Het principe van de werking van hormonen :
Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 15 - Diapositive

Hoe werken hormonen?
  • Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen
  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 16 - Diapositive

Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier: 
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 17 - Diapositive

Hormonen die je moet kennen:
1  Hormoon  van de hypofyse
2 Schildklierhormoon
3 Adrenaline
4 Insuline
5 Glucagon
6 Vrouwelijke geslachtshormonen
7 Mannelijke geslachtshormonen

Slide 18 - Diapositive

Hormonenklieren die je moet kennen:
  1. Hypofyse (Bs7)
  2. Schildklier (Bs7) 
  3. Bijnieren (Bs8) - adrenaline
  4. Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier) (Bs8) - insuline en glucagon
  5. Teelballen (Thema voortplanting)
  6. Eierstokken (Thema voortplanting)

Slide 19 - Diapositive

YEAH!!! Een quizje!!

Slide 20 - Diapositive


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 21 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 22 - Quiz

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 23 - Quiz

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 24 - Quiz

Hoe worden hormonen verspreidt?

Slide 25 - Question ouverte

HORMOONSTELSEL
ZENUWSTELSEL
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kort
langdurig
via zenuwen
hormonen

Slide 26 - Question de remorquage

Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Progesteron
Oestrogeen

Slide 27 - Question de remorquage

Na de geboorte drinkt een baby moedermelk. De hypofyse van de moeder maakt twee hormonen die een rol spelen bij de productie van moedermelk.

In de afbeelding  is een doorsnede van een borst van een zogende moeder weergegeven. Onder andere één melkkliertje is vergroot afgebeeld. In de afbeelding zijn vier delen aangegeven met de letters T, U, V en W.

Slide 28 - Diapositive

Hormoon 1 uit de hypofyse regelt dat kliercellen in de borst melk produceren.
Welke letter geeft een deel aan waarvan de werking wordt geregeld door hormoon 1?
A
T
B
U
C
V
D
W

Slide 29 - Quiz

Cellen van het melkkliertje nemen glucose op uit het bloed in het haarvat.
Waarvoor gebruiken deze cellen glucose?

Slide 30 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding nog een keer.
Door hormoon 2 uit de hypofyse trekken de spiercellen bij U samen.
Wat gebeurt er als de spiercellen bij U samentrekken?

Slide 31 - Question ouverte

Wanneer een baby aan de tepel zuigt, zal de borst melk afgeven. Dit wordt ook wel de toeschietreflex genoemd.
Geef aan of de volgende bewering over de hypofyse en de toeschietreflex juist of onjuist is.

Het afgeven van melk door de moeder is een bewuste reactie.

A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Aan het (huis) werk
Maak Quayn 5.06 Het hormoonstelsel
Lezen? blz. 20
timer
1:00

Slide 33 - Diapositive