2KM Lezen H4 aantekeningen + opdrachten maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Zelfstandig werken 

Ga naar LessonUp. 

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Maak de startopdracht en opdracht 1, 2 en 3 in LessonUp.

De tekst lees je in je boek vanaf bladzijde 90. 

De antwoorden lever je in via LessonUp. 

3. Oefen in Numo. 

Neem de volgende slides over in je schrift. 

Feiten en meningen

• Een feit kun je controleren.
• Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn. 
• Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.

Signaalwoorden argumenten

• Want
• Omdat
• Daarom
• Namelijk 

Startopdracht blz. 90

Zoek de startopdracht op blz. 90. Bekijk de afbeeldingen.

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

1. Je moet 10 punten geven aan de lelijkste hond. Welke hond krijgt van jou 10 punten? Hond A, B of C?

2. In het juryrapport schrijf je waarom de door jou gekozen hond tien punten krijg. Maak de zin af: Hond...vind ik het lelijkst, omdat.......

Opdracht 1 blz. 91

Zoek de opdracht 1 op blz. 91. 

Geef bij de volgende stellingen aan of het om een feit of een mening gaat. 

Veel succes!

1.a Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken.

1. Feit
2. Mening

1.b Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden.

1. Feit
2. Mening

1.c Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort.

1. Feit
2. Mening

1.d In juli 2015 werd in Goes een muurkunstfestival gehouden.

1. Feit
2. Mening

1.e Op negen buitenmuren werd graffiti gemaakt.

1. Feit
2. Mening

1.h Volgens mij is de duif het mooiste kunstwerk ooit gemaakt.

1. Feit
2. Mening

Opdracht 2 blz. 91

Zoek de opdracht 2 op blz. 91. Bekijk en lees tekst 2.

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

1.g Super A maakte een huizenhoge duif van 32 meter hoog.

1. Feit
2. Mening

1.f Dat was heel leuk om een keer te zien.

1. Feit
2. Mening

2.1 Wat zijn 'buitenbeentjes'?

2.2 Noteer twee voorbeelden van buitenbeentjes.

2.3 Bij welke twee klanten is het onderstreepte gedeelte in de zin het argument?

2.4 Noteer van elke klant het signaalwoord bij het argument.

2.5 Welke twee klanten zijn het ongeveer met elkaar eens?

Opdracht 3 blz. 92

Zoek de opdracht 2 op blz. 92. Bekijk en lees tekst 3.

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

3.1 Is de titel een feit of een mening

1. Feit
2. Mening

3.2 Wat is het onderwerp van tekst 3?

1. Illegale handel in Ivoor
2. Jacht op olifanten
3. Sieraden van mensentanden

3.3 Sleep de juiste betekenis naar de woorden uit de tekst.

Stroperij (al.1)

Illegale (al. 1)

Grondstoffen (al. 2)

Schaars (al. 2)

Formaat (al. 3)

Statement (al. 5)

Stoffen die uit de natuur komen en die nog bewerkt moeten worden

Iets waar weinig van is

Krachtige bewering

Afmeting, grootte

Wat niet mag volgens de wet

Het stiekem vangen of doden van dieren

3.4 Is de eerste zin van alinea 1 een feit of een mening?

1. Feit
2. Mening

3.5 Waarom bedacht Lucie Majerus Human Ivory?

3.6 Staan in alinea 2 vooral feiten of meningen?

1. Vooral feiten
2. Vooral meningen

3.7 In alinea 3 legt Lucie uit waarom ze haar verstandskies waardevol vond. Aan welk signaalwoord herken je het argument?

3.8 Waarom krijgen snijtanden een druppelvorm? (al. 4)

3.9 Aan welk signaalwoord herken je het argument?

3.10 Waarom vindt Lucie dat haar sieraden een statement zijn tegen stroperij?

1. Bij sieraden van dierlijk ivoor is het ivoor gestolen, bij haar sieraden niet.
2. Ivoor van dieren is zeldzaam en duur, het ivoor van mensen is gratis.
3. Sieraden van menselijk ivoor zijn allemaal anders, die van dierlijk ivoor niet.

3.11 Wat vind jij van een sieraard van je eigen tanden of kiezen? Gebruik in je mening een of meer van deze beoordelingswoorden: 'mooi', 'waardevol', 'leuk', 'origineel', 'grappig', 'lelijk', 'vreemd', 'smakeloos', 'vies'. Leg je mening uit met een argument.

Wat heb je deze les geleerd?

Wat ging deze les goed?

Heb je de les goed kunnen volgen?

1. Ja, het ging heel goed.
2. Ja, het ging wel.
3. Niet zo goed.
4. Het ging echt niet goed.

Welke vragen en/of tips heb je voor je docent?

Klaar? Super!

Oefen in Numo met het onderdeel 'Lezen'. 

Lesdoelen

• Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
• Ik kan meningen herkennen en begrijpen.

Huiswerk

Leren:

hulpkaart begrijpend lezen, theorie blz. 64 en blz. 90 + aant. 

Maken:

Je hebt de startopdracht en opdracht 1 t/m 3 via LessonUp gemaakt.