Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Afronden Hoofdstuk 2
Paragraaf 2.5 / 2.6 / 2.7
Economie
Klas 4
Slide 1 - Diapositive
Arbeidsmarkt
het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid
Slide 2 - Diapositive
Krappe arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag (uit bedrijven/ overheid) dan aanbod (van de beroepsbevolking)
hebben werkgevers tekort aan personeel
hebben werkzoekenden een grote kans op een baan
is de kans groot dat de arbeidsomstandigheden verbeteren
Slide 3 - Diapositive
Ruime arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod (van de beroepsbevolking) dan vraag (van de bedrijven/ overheid)
werkeloosheid hoog
werkzoekenden weinig kans op een baan
kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren.
veel mensen zonder baan zich niet nuttig
worden kansen op een carrière minder
Slide 4 - Diapositive
Conjuncturele werkloosheid ontstaat:
Leg uit!
A
als consumenten meer geld hebben
B
als consumenten minder geld hebben
C
als bedrijven meer geld hebben
D
als bedrijven minder geld hebben
Slide 5 - Quiz
Intro
Nadat je uitgeleerd bent, ga je op zoek naar werk. Heb je dan veel kans om snel een goede baan te vinden? Dat hangt ervan af. Deze les gaat over de kansen op werk op de arbeidsmarkt.
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat werknemers en werkgevers kunnen doen om vraag en aanbod van arbeid beter op elkaar te laten aansluiten.
Ik kan uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan.
Ik kan uitleggen hoe de kansen op de arbeidsmarkt verdeeld zijn.
Slide 7 - Diapositive
Wat kan een bedrijf doen om het aanbod aan te passen op de vraag:
aanbieden deeltijdbanen
flexibele werktijden
aangepaste werkplek
scholing
omscholing (andere baan)
bijscholing (cursus nieuwe software/methode)
herscholing (opfrissen kennis, bv mensen die lang niet gewerkt hebben)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?
Zorgen voor lagere loonkosten (door bijv. lagere sociale premies)