1B Woordsoorten

WOORDSOORTEN
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WOORDSOORTEN

Slide 1 - Diapositive

Welke lidwoorden ken je?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Noem zo veel mogelijk zelfstandige naamwoorden!

Slide 4 - Carte mentale

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Question ouverte

Noem zo veel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden!

Slide 6 - Carte mentale

Wat is een werkwoord?

Slide 7 - Question ouverte

Noem zo veel mogelijk werkwoorden!

Slide 8 - Carte mentale

Noteer de werkwoorden uit de volgende vijf zinnen!

Slide 9 - Diapositive

Als mijn vriendin en ik afspreken zijn we de hele middag aan het lachen en kletsen.

Slide 10 - Question ouverte

Na de toets moest mijn klasgenoot huilen omdat ze niets meer wist.

Slide 11 - Question ouverte

Als ik een tussenuur heb wil ik het liefst rennen naar de supermarkt om frikadelbroodjes te kopen.

Slide 12 - Question ouverte

Op zaterdag ga ik met mijn oma winkelen en lunchen in de stad en dan eten we ook altijd een ijsje.

Slide 13 - Question ouverte

De voetballer had zoveel dorst dat hij de fles water in één keer leeg dronk.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de zelfstandige naamwoorden uit de volgende vijf zinnen!

Slide 15 - Diapositive

Voordat ik het vliegtuig in ga, moet ik eerst nog even een zelftest doen.

Slide 16 - Question ouverte

Bij de snoepwinkel heb ik voor heel veel geld een grote zak met snoep gekocht.

Slide 17 - Question ouverte

Mijn buren zijn aan het klussen in de tuin, ik kan me daardoor slecht focussen op mijn huiswerk.

Slide 18 - Question ouverte

Dit weekend ga ik met leerlingen mee op schoolreis naar Spanje!

Slide 19 - Question ouverte

Worden jullie ook zo blij van dit mooie weer met een blauwe lucht en veel zon?

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit de volgende vijf zinnen!

Slide 21 - Diapositive

Vandaag heb ik een lekker broodje mee, met oude kaas en sla.

Slide 22 - Question ouverte

De nieuwe jongen valt meteen op, hij heeft een lang postuur en een sportieve uitstraling!

Slide 23 - Question ouverte

Ik hoop dat we een makkelijke toets krijgen, met korte vragen, zodat ik een goed cijfer kan halen.

Slide 24 - Question ouverte

Het is fijn om in het grote lokaal te zitten, met de nieuwe vloer en de felle lampen.

Slide 25 - Question ouverte

De slechte scheidsrechter gaf een onterechte vrije trap, waardoor mijn favoriete ploeg is uitgeschakeld.

Slide 26 - Question ouverte