les 9 en 10

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Les 9 en 10

Je hebt nodig: 

kinderen maken een kaartje met een boodschap over vriendschap

Vriendschap volgens Aristoteles:

1. Vrienden omdat het handig is. 

2. Vrienden om samen plezier te maken

3. Vrienden om wie je bent

Denk aan je vrienden. Waar heb jij de meeste vrienden van ?

1. Nuttige vrienden: handig om erbij te hebben
2. Vrienden om vooral mee te lachen.
3. Vrienden om je persoonlijke verhalen mee te delen.
4. Ik heb van alle soorten vrienden even veel / even weinig

Wat voor jou de kenmerken van vriendschap?

( Wat hóórt bij vriendschap)

Aan het einde van deze les...

- kun je in je eigen woorden uitleggen dat mensen sociale wezens zijn

- ontdek je dat de behoefte aan contact per mens verschilt

Gelukt?

1. ja!
2. bijna allemaal
3. nee :(

Wat leer je in les 9?

• Je leert wat een 'neutraal' woord is.
• Je leert wat objectief en subjectief is.
• Je leert voorbeelden van objectieve en subjectieve taal noemen.

Wat betekent volgens jou neutraal?

Wat hoort bij elkaar?

Objectief

Subjectief

Feit

Je eigen mening

Dingen die waar zijn

Mannen zijn stoerder

Vrouwen hebben minder auto-ongelukken

Lezen: bladzijde 30.

Om de beurt lezen. Wie is er aan de beurt?

Omcirkel alle scheldwoorden. Onderstreep de complimenten. Zet een * bij een neutraal woord. 

Les 10

Je leert wat een pictogram en een symbool is.

Je leert het verschil tussen een pictogram en een symbool. 

Pictogram of symbool?

1. pictogram
2. symbool

1. pictogram
2. symbool

1. pictogram
2. symbool

1. pictogram
2. symbool

Is dit beeld neutraal?

1. ja
2. nee

Is dit beeld neutraal?

1. ja
2. nee

Is dit beeld neutraal?

1. ja
2. nee

Is dit beeld neutraal?

1. ja
2. nee

Of was het een cape?

1. cape
2. jurk

Of was het een brandweerjas?

1. brandweerjas
2. jurk

Huiswerk

Maken de opdrachten van les 9 en 10 in het magazine en online.

Schrijf drie dingen op die je vandaag hebt geleerd of het meest zijn opgevallen.

Heb je nog tips voor mij?

Welke dingen vond je leuk in deze les en wat vond je er goed aan?