Hoofdstuk 5.2 Plantaardig en dierlijk voedsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 5.2

Plantaardig en dierlijk voedsel

Log in op de Lessonup
gebruik je eigen naam

Leerdoelen 5.2

Je weet wat cellulose is en welke rol het speelt bij onze vertering.

Je kan de samenstelling en de stroomrichting van de bast- en houtvaten van een plant beschrijven (zie ook 12.2).

Je weet was assimilatie is en hoe dat een rol speelt bij het maken van eiwitten.

Je kent het verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren.

Je kent de opbouw van een vetmolecuul.

Je weet het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetzuren en welke invloed zij hebben op je gezondheid.

Vaatbundels

Celwand plant

• Cellulose: voedingsvezel
• Lignine
• Pectine: tussencelstof, plakt plantencellen aan elkaar

Transport door de plant

Voortgezette assimilatie

Dissimilatie

• Energie uit brandstoffen komt vrij door dissimilatie
• Verbranding koolhydraten, vetten en eiwitten in mitochondriën met zuurstof
• Deel van energie komt vrij als warmte
• Rest van de energie opgeslagen als ATP

Het omzetten van glucose naar glycogeen is;

1. Assimilatie
2. Dissimilatie
3. Beide
4. Geen van beide

De vaatbundels van een plant bestaan uit houtvaten en bastvaten. De houtenvaten vervoeren ...

1. Glucose en assimilatie producten
2. Water en opgeloste mineralen
3. Glucose en dissimilatie producten
4. Water en dissimilatie producten

Eiwitten

• Bouwstof voor (spier)cellen, enzymen
• Brandstof
• Kan niet worden opgeslagen

Kan wel

Kan niet

gewone aminozuren maken van andere aminozuren

essentiële aminozuren maken van andere aminozuren

gewone aminozuren maken van essentiële aminozuren

Welke groep bepaalt het type aminozuur?

1. De aminogroep (NH2)
2. De zuurgroep (COOH)
3. De R groep
4. Alle aminozuren zijn hetzelfde

Welke voedingsstof bevat naast C-, H-, en O- ook N-atomen?

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Mineralen

Vetten

• Brandstof
• Bouwstof voor celmembranen en hormonen
• Opgeslagen onder huid, merg van holle beenderen en rond organen

Verzadigde en onverzadigde vetzuren

Is dit een verzadigd of onverzadigd vetzuur?

1. Verzadigd
2. Onverzadigd

Vetten zijn opgebouwd uit:

1. Glucose en vetzuren
2. Glycerol en vetzuren
3. Glycerol en glucose
4. Vetzuren en aminozuren

Koolhydraten

• Brandstof
• Glucose
• Opgeslagen als glycogeen in spieren en lever

Voedingsvezels

• Cellulose uit celwanden
• Moeilijk verteerbaar
• Goed voor stoelgang

Assimilatie is...

1. opbouwen van eiwitten uit aminozuren
2. opbouwen van glycogeen uit glucose
3. opbouwen van vetten uit glycerol en 3 vetzuren
4. antwoorden A, B, en C zijn allemaal goed.

Welke reactie is assimilatie? 1) Ontstaan CO2 uit glucose. 2) Ontstaan eiwitten uit aminozuren. 3) Ontstaan glucose uit glycogeen. 4) Ontstaan ureum uit aminozuren.

1. Alleen 1 en 2
2. Alleen 2
3. Alleen 1, 2 en 3
4. 1, 2, 3 en 4

Het omzetten van Glucose naar zetmeel is;

1. Dissimilatie
2. Assimilatie
3. Geen van beide
4. Beide

Aan het werk met:

Lezen 146 t/m 148

5, 6, 8, 9, 10, 11, 12a+b