Biomoleculen

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Noem de 4 biomoleculen die we besproken hebben

Wat is geen monomeer?

1. nucleotide
2. aminozuur
3. monosacharide
4. vetzuur

Welk element of groep komt voor in
elke biomolecule?

1. fosfaat
2. koolstof
3. stikstof
4. zwavel

Welke biomolecule is onderdeel van het celmembraan?

1. nucleïnezuur
2. fosfolipide
3. triglyceride
4. eiwit

Hoe heet het proces van het aan elkaar verbinden van monomeren tot een polymeer?

1. condensatie
2. hybridisatie
3. hydrolyse
4. connecting

bij condensatie komt....... vrij

1. koolstofdioxide
2. koolstof
3. water
4. suiker

Hoe heet het monomeer van een koolhydraat?

1. purine
2. sacharose
3. aminozuur
4. monosacharide

hoe heet de binding tussen 2 monosachariden?

1. glycosidische
2. waterstofbrug
3. zwavelbrug
4. ionbinding

als verschillende stoffen dezelfde molecuulformule hebben zijn dit:

1. hexosen
2. isomeren
3. disachariden
4. structuren

Wat is geen polysacharide?

1. glycogeen
2. cellulose
3. zetmeel
4. lactose

Wat is het monomeer van een eiwit?

1. nucleotide
2. lipide
3. proteïne
4. aminozuur

Welk deel van een aminozuur kan variëren?

1. waterstofatoom
2. aminogroep
3. restgroep
4. carboxylgroep

Welke binding is verantwoordelijk voor de primaire structuur van eiwitten?

1. aminobinding
2. zwavelbinding
3. waterstofbinding
4. peptidebinding

Als een polypeptide aan de linkerkant een carboxylgroep heeft, wat zit er dan aan het uiteinde van de rechterkant?

1. carboxylgroep
2. restgroep
3. aminogroep
4. waterstof

Welke binding breekt NIET bij denaturatie van eiwitten?

1. zwavelbruggen
2. waterstofbrug
3. peptidebinding
4. ionbinding

Welk van de volgende is geen lipide?

1. steroïde
2. fosfolipide
3. glycine
4. triglyceride

Wat is geen base van DNA?

1. cytosine
2. guanine
3. adenine
4. uracil

Als 26 monosachariden aan elkaar gekoppeld worden tot een polymeer, hoeveel watermoleculen worden dan afgesplitst?

1. 13
2. 14
3. 25
4. 26