Burgers en stoommachines

1 / 19
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Het democratischer worden van Europese samenlevingen

Dit hoort bij de tijd van burgers & stoommachines
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 3 - Quiz

De tijd van burgers en stoommachines is van:?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1700-1900

Slide 4 - Quiz

Wat is huisnijverheid?
A
Mensen maken producten in hun eigen huis om te verkopen
B
Mensen maken producten vanuit grondstoffen in de fabrieken
C
Uitvinders bedenken nieuwe uitvindingen in hun eigen huis
D
Fabrieksbazen kopen machines om zo minder personeel te betalen

Slide 5 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Mensen trekken naar het platteland (uit de steden)
B
Mensen trekken naar de steden (van het platteland af)

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Thorbecke schreef zijn grondwet in:
A
1819
B
1848
C
1874
D
1914

Slide 8 - Quiz

Nieuw in de Grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 9 - Quiz

Aletta Jacobs staat bekend als een?
A
Socialist
B
Feminist
C
Liberaal
D
communist

Slide 10 - Quiz

Een parlementaire democratie is:
A
een monarchie
B
een republiek
C
een land waar de minister-president het land leidt
D
land met parlement als volksvertegenwoordiging

Slide 11 - Quiz

Door de grondwet van 1848...
A
kreeg de koning minder macht
B
kreeg de koning meer macht

Slide 12 - Quiz

De Tweede Feministische Golf streed voor ......
A
Kiesrecht vrouwen
B
Betaling van huisvrouwen
C
Recht op abortus
D
Uitbreiding verzorgingsstaat

Slide 13 - Quiz

Het kinderwetje van houten gaat over?
A
Leerplicht
B
Toeslagen voor ouder met kinderen
C
Verbod op kinderarbeid
D
Dat je maar 2 kinderen mocht krijgen

Slide 14 - Quiz

De liberalen zijn voor meer..
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Gelovigen
D
Macht van de koning

Slide 15 - Quiz

In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven.

Thorbecke was :
A
Liberaal
B
Conservatief
C
Confessioneel
D
Socialist

Slide 16 - Quiz

Wat was er bijzonder aan Aletta Jacobs?
A
Ze was heel groot voor een meisje
B
Ze was heel belangrijk in de politiek
C
Ze is toegelaten tot de universiteit en werd arts
D
Ze gaf les op school en dat was bijzonder

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen de leerplichtwet en het kinderwetje van van Houten?

Slide 18 - Question ouverte

De eerste sociale wet was...
A
De woon wet
B
Ongevallen wet
C
Het Kinderwetje van van Houten
D
Leerplichtwet

Slide 19 - Quiz