Havo 1 Oefentoets H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Oefentoets

Hoofdstuk 2

Grammatica

Kan het onderwerp uit meerdere zinsdelen bestaan?

1. Ja
2. Nee

Kan het werkwoordelijk gezegde uit één werkwoord bestaan?

1. Ja
2. Nee

Verdeel de zin in met een / in zindelen. De komende dagen houden we koud weer.

Wat is de persoonsvorm?
De komende dagen houden we koud weer.

Wat is het onderwerp?
De komende dagen houden we koud weer.

Verdeel de zin in zinsdelen.
Wie maakt dat werkstuk voor mij?

Wat is de persoonsvorm?
Wie maakt dat werkstuk voor mij?

Wat is het onderwerp?
Wie maakt dat werkstuk voor mij?

Internet zorgt er soms voor dat mensen gekke dingen gaan doen?
Welke werkwoordsvorm is zorgt?

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Hele werkwoord
4. Onvoltooid deelwoord

Internet zorgt er soms voor dat mensen gekke dingen gaan doen?
Welke werkwoordsvorm is gaan?

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Hele werkwoord
4. Onvoltooid deelwoord

Internet zorgt er soms voor dat mensen gekke dingen gaan doen?
Welke werkwoordsvorm is doen?

1. Persoonsvorm
2. Voltooid deelwoord
3. Hele werkwoord
4. Onvoltooid deelwoord

Is deze zin congruent of incongruent?
Softdrugs wordt niet verkocht in deze zaak.

1. Congruent
2. Incongruent

Is deze zin congruent of incongruent?
Een grote groep leerlingen liepen de klas uit.

1. Congruent
2. Incongruent

Spelling

Wat is de juiste vervoeging?
Hij (ontkennen).

1. ontken
2. ontkent
3. ontkend

Wat is de juist vervoeging?
Hij heeft (ontkennen).

1. ontken
2. ontkent
3. ontkend

Wat is de juist vervoeging?
Het meisje (beantwoorden).

1. beantwoord
2. beantwoordt
3. beantwoort

Wat is de juiste vervoeging?
(Melden) je om 8 uur bij de conciërge!

1. Meld
2. Meldt
3. Melt

Wat is de juiste vervoeging?
Op het laatste moment heeft hij toch nog alles (bekennen).

1. beken
2. bekent
3. bekend

Wat is de juist vervoeging?
Ik hoop maar dat ik deze laatste vraag goed (beantwoorden).

1. beantwoordt
2. beantwoort
3. beantwoord

Taalverrijking

Het woord ‘wapenstilstandsonderhandelingen’ is een samenstelling.

1. Juist
2. Onjuist

Samenstelling of afleiding?
Kleinigheid

1. Samenstelling
2. Afleiding

Samenstelling of afleiding?
Afvalverwerking

1. Samenstelling
2. Afleiding

Samenstelling of afleiding?
Gesprekken

1. Samenstelling
2. Afleiding

Maak een samenstelling met het woord trein.

Maak een afleiding met het woord vriend.

Maak een afleiding van het woord geur.

Maak een samenstelling met het woord apparaat.