9.6 De Holocaust

De Holocaust
Het verhaal van de systemische uitroeiing van de Europese joden gedurende de periode (1933-1945)


Made by: OVRA
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Holocaust
Het verhaal van de systemische uitroeiing van de Europese joden gedurende de periode (1933-1945)


Made by: OVRA

Slide 1 - Diapositive

Stand van zaken
1. Tijdvakkendossier (ik mis nog 2 dossiers / consequenties)
2.Toets: 9.1, 9.2, 9.3, 9.5 en 9.6
3. Plannen van de toets: vrijdag 4 juni het 3e lesuur 
4. Daarna: werken naar laatste toets (Hoofdstuk 1-4 GWP / SE) 
Praktische opdracht --> Havo 5? 

Slide 2 - Diapositive

Les van vandaag:
- Hoe de vernietigingskampen waren georganiseerd
- hoe het antisemitisme zich ontwikkelde
- hoe het antisemitisme uitliep op de volkerenmoord

Kenmerkend aspect: 
racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Slide 3 - Diapositive

Wat weten jullie van de Jodenvervolging die voor- en tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke vragen moeten beantwoord worden in deze paragraaf?
- Wat is antisemitisme en vanaf wanneer kwamen de vervolgingen tot stand?
- Hoe werden Duitse joden vervolgd en hoe ging de Jodenvervolging in Nederland er aan toe?
- Wie was Anne-Frank? En waarom is zij symbool geworden van de Holocaust?

Slide 7 - Diapositive

In deze paragraaf leer je:
- welk antisemitisme er was in Duitsland
- hoe joodse Duitsers werden vervolgd
- hoe joden in Europa werden vermoord
- hoe joodse Nederlanders werden vervolgd

Kenmerkende aspecten: 
- het racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme
- de Duitse bezetting en de Jodenvervolging

Slide 8 - Diapositive

Geschiedenis van het antisemitisme

Slide 9 - Diapositive

Joodse oorlogen (Romeinen)

Slide 10 - Diapositive

Jodenvervolgingen in de Middeleeuwen 

Slide 11 - Diapositive

De joodse woekeraar is in de loop der eeuwen uitgegroeid tot een klassiek antisemitisch beeld. Zoals vaker met stereotypen het geval is, heeft dit beeld een belangwekkende geschiedenis. Vanaf de late middeleeuwen tot de moderne tijd waren joden in veel landen en streken de enige geldhandelaren in de wijde omgeving. Vorsten en edelen hadden niet zelden joodse financiers in dienst.”
Luther; 16e eeuw
Hitler: …een groot man, een reus. Met één klaroenstoot kondigde hij de nieuwe tijd aan.”

Slide 12 - Diapositive

Opgepakte joden in Buchenwald na Reichskristallnacht

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

6

Slide 22 - Vidéo

00:50
Hoeveel joden werden er vanuit Nederland gedeporteerd naar het oosten?
A
Meer dan honderdduizend
B
Meer dan tweehonderdduizend
C
Meer dan driehonderdduizend
D
Meer dan vierhonderdduizend

Slide 23 - Quiz

02:35
Waarom wil Hitler van de Joden af?
A
Het zijn bacillen die Duitsland ziek maken
B
Joden waren verantwoordelijk voor de economische crisis
C
Joden behoren niet tot het 'Arische ras'
D
Joden pikten alle banen in van Duitsers

Slide 24 - Quiz

03:55
Wat is een 'Ariërverklaring'?
Wat is een ariërverklaring?
A
Waarbij je tekent voor de haat tegen joden
B
Waarbij je tekent tegen de haat tegen de joden
C
Een verklaring waarbij je aangeeft geen joodse ouders of voorouders te hebben
D
Dat je voor de Duitsers bent en tegen Joden

Slide 25 - Quiz

04:48
Vanaf wanneer moeten de Joden in Nederland een 'gele ster' dragen?
A
1941
B
1942
C
1943
D
1944

Slide 26 - Quiz

04:48
Welke 3 vernietigingskampen waren er in Polen?
A
Westerbork, Auschwitz en Sobibor
B
Mauthausen, Treblinka en Dachau
C
Bergen-Belsen, Ravensbrück en Auschwitz
D
Auschwitz, Treblinka en Sobibor

Slide 27 - Quiz

09:00
Wat is Westerbork voor een soort kamp?
A
Concentratiekamp
B
Vernietigingskamp
C
Doorgangskamp
D
Getto

Slide 28 - Quiz

In deze paragraaf heb je geleerd:
- welk antisemitisme er was in Duitsland: In Duitsland waren joden gewone burgers met een eigen godsdienst. Het antisemitisme, dat al eeuwen bestond werd versterkt door de rassenleer van de nazi's. 
- hoe joodse Duitsers werden vervolgd: Vanaf 1933 werden ze systematisch gediscrimineerd. Vanaf 1939 werden ook de joden in de onderworpen gebieden vervolgd. 
- hoe joden in Europa werden vermoord: In 1941 werd begonnen met de moord op alle joden (doodschieten/vergassing/vernietigingskampen)
- hoe joodse Nederlanders werden vervolgd: Vanaf 1942 via Westerbork naar de vernietigingskampen gestuurd. Kenmerkende aspecten: 
- het racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme
- de Duitse bezetting en de Jodenvervolging

Slide 29 - Diapositive

Einde presentatie

Wil je meer weten over de Holocaust?
Zie deze website 


website Holocaust
https://npofocus.nl/artikel/7541/wat-is-de-holocaust

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Hoeveel Joden uit Nederland hebben de oorlog niet overleefd?
A
160000
B
1,1 miljoen
C
194000
D
102000

Slide 32 - Quiz

Wie werden nog meer vermoord door de nazi's, behalve Joden. Noem de vijf groepen.

Slide 33 - Question ouverte

Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 34 - Quiz

Wat is antisemitisme?
A
jodenvervolging
B
jodenhaat
C
dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk

Slide 35 - Quiz

Jodenvervolging: welke volgorde is juist?
A
Oppakken - doorvoerkamp - concentratiekamp - vergassen.
B
concentratiekamp - oppakken - doorvoerkamp - vergassen
C
doorvoerkamp - oppakken - concentratiekamp - vergassen.
D
vergassen - doorvoerkamp - concentratiekamp - oppakken

Slide 36 - Quiz


Het verhaal van Anne Frank past hier goed bij de jodenvervolging, want:
A
haar vader gaf in 1947 haar dagboek uit onder de titel Het Achterhuis.
B
ze kwam in 1933 met haar ouders en haar zus naar Nederland.
C
ze stierf in maart 1945 aan een ziekte in een concentratiekamp.
D
ze was met haar familie uit Duitsland gevlucht omdat ze joden waren.

Slide 37 - Quiz

Wat was de eerste maatregel van Hitler tegen de joden?
A
Alle joden moesten de Jodenster dragen
B
De joden werden weggevoerd
C
De joden mochten niet meer op alle openbare plekken komen
D
De joden werden opgepakt

Slide 38 - Quiz

De Joden werden in Duitsland gediscrimineerd. Na de oorlog met Polen werden de Joden in getto's geplaatst. Wat is een getto?
A
Een plek waar de Joden een Jodenster kregen
B
Een werkkamp waar Joden moesten werken voor de Duitsers
C
Afgesloten deel van de stad waar de Joden verplicht moesten wonen
D
Een ravijn waar de Duitsers Joden vermoorden.

Slide 39 - Quiz

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:

1. De Kristallnacht.
2. Duitsland valt Polen binnen.
3. Duitsland valt Nederland binnen
4. Joden moeten een Jodenster (zie plaatje) dragen.
A
2-1-4-3
B
1-3-2-4
C
2-1-3-4
D
1-2-3-4

Slide 40 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van het begrip genocide
A
holocaust
B
vermoorden van ongewenste personen
C
massamoord
D
gepland uitroeien van een bevolkingsgroep / volkenmoord

Slide 41 - Quiz

Wat was voor de SS de aanleiding in februari 1941 om 425 joden op te pakken?
A
Iemand van de NSB kwam om het leven
B
De joden vielen de NSB lastig
C
De NSB viel joden lastig
D
De SS kreeg bevel om joden te deporteren

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo