consumeren 1.6

Koopkracht & inflatie
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Koopkracht & inflatie

Slide 1 - Diapositive

Koopkracht en inflatie
Wat je kunt kopen voor je geld hangt af van de prijzen van de producten.
De hoeveelheid producten die je kunt kopen, noem je je koopkracht.
Na deze opdracht ken je de betekenis van de begrippen koopkracht en inflatie.

Slide 2 - Diapositive

KOOPKRACHT

= de hoeveelheid producten die je voor je geld kunt kopen.

Dus:
Hoe meer geld je hebt, hoe hoger je koopkracht!!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

inflatie
bestedingsinflatie                         kosteninflatie          
 producten worden DUURDER, 
        omdat iedereen dat                      omdat het maken van
                product wil hebben                       dat product meer kost             
                                                       
                                  

Slide 6 - Diapositive

prijscompensatie
=
loonsverhoging is net zo hoog als de stijging van de prijzen.

De lonen gaan NIET echt omhoog!!

Slide 7 - Diapositive

loonsverhoging
ECHTE loonsverhoging
=
lonen gaan MEER omhoog dan de inflatie.
Voorbeeld:
lonen stijgen 4% en inflatie is 2%

Slide 8 - Diapositive

kosteninflatie
hogere lonen = meer kosten voor werkGEVER

Hogere loonkosten wil de werkgever terugverdienen door de prijzen van de producten te verhogen

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Maak de opdrachten van Consumeren 
onderdeel 1.6:
Koopkracht en Inflatie

Slide 10 - Diapositive