Lesweek 6: les 1

MARKETING
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MarketingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

MARKETING

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
  • kun je uitleggen wat een assortiment is;
  • benoem je de assortimentsdimensies;
  • leg je uit wat de functies van een verpakking zijn.

Slide 2 - Diapositive

Welke 4 kreten horen er bij Product?
A
functie, maten, kleur, garantie
B
management, garanties, service, acties
C
winkel, garantie, functie, verpakking
D
eigenschappen, verpakking, kortingen, reclame

Slide 3 - Quiz

Noem 2 afgeleide eigenschappen van een scooter.

Slide 4 - Question ouverte

Welke begrippen horen wel bij de productmix?
 assortiment
fysiek product
 merknaam
prijs
 verpakking
 service en garantie
 kwaliteit
klachtenafhandeling
marketing
plaats
promotie

Slide 5 - Question de remorquage

De voorverwarmde stoelen van een auto is een onderdeel van:
A
het fysieke product
B
het uitgebreide product
C
het totale product

Slide 6 - Quiz

Fysieke eigenschappen
toegevoegde eigenschappen
Afgeleide eigenschappen

Slide 7 - Question de remorquage

Productgroep = groep producten die
  • Zelfde behoefte bevredigen, en/of
  • Samen worden gebruikt, en/of
  • Zelfde type verkooppunt hebben, en/of
  • Zelfde productieproces hebben

Slide 8 - Diapositive

Assortiment
= geheel productgroepen, producten, productvarianten en merken

Slide 9 - Diapositive

Dimensies assortiment
Breedte :  Het aantal verschillende productgroepen.
Diepte:      Het aantal artikelen binnen een productgroep (keuze).
Lengte:     Het gemiddelde aantal dat per product aanwezig.
Hoogte:    De gemiddelde prijs van de producten. 

Slide 10 - Diapositive

Assortimentsbreedte en -diepte
De assortimentsbreedte wordt bepaald door het aantal artikelgroepen dat een winkel heeft.
Veel = breed / Weinig = smal

De assortimentsdiepte wordt bepaald door het aantal artikelsoorten dat de winkel heeft.
Veel = diep / Weinig = ondiep

Slide 11 - Diapositive

Assortimentshoogte en lengte
De hoogte van het assortiment wordt bepaald door de gemiddelde prijs van de productgroepen. 
Duur = hoog/ goedkoop = laag

De lengte van het assortiment wordt bepaald door het aantal artikelen dat op voorraad ligt. 
Veel= lang/ Weinig = kort

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Waardoor wordt een ondiep assortiment gekenmerkt
A
Artikelen met een lage omzetsnelheid.
B
Artikelen met een lage gemiddelde voorraad
C
Artikelen met weinig productvarianten

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met het begrip breedte van het assortiment?
A
Het aantal eenheden dat per variatie per artikel in voorraad wordt gehouden
B
Het aantal verschillende artikelgroepen dat wordt gevoerd
C
Het aantal verschillende artikelen dat per groep wordt gevoerd

Slide 15 - Quiz

Bij welk voorbeeld is er sprake van productieverwantschap?
A
Een groothandel in tuinmeubels levert tuinstoelen met zitkussens
B
Een melkfabriek verkoopt melk en karnemelk
C
Een groothandel in koffie levert ook koeken voor bij de koffie

Slide 16 - Quiz

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 17 - Question de remorquage

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 18 - Quiz


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 19 - Quiz

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 20 - Quiz

Action is een warenhuis, het assortiment is.....
A
Breed
B
Diep
C
Lang
D
Smal

Slide 21 - Quiz

Verpakking

Slide 22 - Diapositive

Einde les!

Slide 23 - Diapositive