Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
4.2 Organismen ordenen
Slide 1 - Diapositive
Planning van vandaag
Leerdoelen 4.2
Uitleg
Opdracht in tweetallen
Kennis vragen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn cellen?
Cellen zijn de bouwstenen van alle organismen en zorgen ervoor dat we kunnen groeien, ons voortplanten en reageren op onze omgeving.
Je kan cellen alleen met een microscoop zien.
Slide 7 - Diapositive
Bij de indeling in rijken kijken biologen naar de cellen van organismen. Ze letten op drie kenmerken van cellen;
• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels
Slide 8 - Diapositive
Dieren
celkern✔
celmembraan ✔
cytoplasma ✔
celwand
vacuole
bladgroenkorrels
Slide 9 - Diapositive
Bacteriën
celkern
celmembraan✔
cytoplasma✔
celwand✔
bladgroenkorrels
vacuole
Slide 10 - Diapositive
Schimmels
celkern✔
celmembraan ✔
cytoplasma ✔
celwand✔
vacuole✔
bladgroenkorrels
Slide 11 - Diapositive
Planten
celkern ✔
celmembraan ✔
cytoplasma ✔
celwand✔
vacuole✔
bladgroenkorrels✔
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Samenwerken
Wat? In tweetallen een cel tekenen en de onderdelen aangeven.
Hulp? Vinger opsteken
Tijd? 3 minuten tekenen met timer, 2 minuten overleggen en afmaken
Uitkomst? Presenteren aan de klas.
Klaar? Aan de slag met opdrachten van 4.2
timer
0:30
Succes! 😀
Slide 16 - Diapositive
Presentaties
Wat hebben jullie getekend?
Welke onderdelen zien we allemaal in jullie cel?
Bonusvraag: Wat zijn de taken van de verschillende onderdelen van de cel die jullie hebben getekend?
Slide 17 - Diapositive
Indeling groepen
Indeling organismen in kleinere groepen
Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen.
Slide 18 - Diapositive
Indeling organismen in steeds kleinere groepen
We delen het dier van de foto in in de juiste groep.
Rijk: Dieren
Stammen: Gewervelden
Klassen: zoogdieren
Orden: roofdieren
Families: katachtigen
Geslachten: panters
Soorten: luipaard
Slide 19 - Diapositive
1. Dit rijk heeft geen kern 2. Dit rijk heeft bladgroenkorrels
A
1. bacteriën
2. planten
B
1. schimmels
2. bacteriën
C
1. bacteriën
2. schimmels
D
1. schimmels
2. planten
Slide 20 - Quiz
Wat is geen rijk ?
A
Planten
B
Bacterien
C
Zoogdieren
D
Schimmels
Slide 21 - Quiz
1. Dit rijk heeft geen celwand 2. Dit rijk heeft geen kern
A
1. Schimmels
2. dieren
B
1. Dieren
2. bacteriën
C
1. Dieren
2. Schimmels
D
1. Schimmels
2. Bacteriën
Slide 22 - Quiz
Welke beweringen zijn juist? 1. De cellen van schimmels hebben een celkern 2. Om de cellen van schimmels bevinden zich celwanden
A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen één
Slide 23 - Quiz
Zet in goede volgorde: Klasse - Orde - Familie - Geslacht
A
Geslacht - Klasse - Familie - Orde
B
Klasse - Geslacht - Orde - Familie
C
Klasse - Orde - Familie - Geslacht
D
Orde - Klasse - Familie - Geslacht
Slide 24 - Quiz
naam voor eencellige organismen zonder celkern, omgeven door een celwand zonder bladgroenkorrels
A
plantencel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel
Slide 25 - Quiz
Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
Slide 26 - Question de remorquage
- ja, een celkern - ja, een celwand - ja, bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier
Slide 27 - Quiz
Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel
Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie
Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel
Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel
Cel 2: plantaardige cel
Slide 28 - Quiz
De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 29 - Quiz
-Wat heb je vandaag geleerd? -Welke vraag heb je nog over dit onderwerp? -Wat vond je het meest interessante deel van de les? -Geef jezelf een cijfer voor hoe goed je het onderwerp begrijpt (1-10). Waarom dat cijfer?
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Vidéo
opdracht
Lezen bs 4.2
maken opdracht 1, 4, 6 en 7
timer
15:00
Slide 32 - Diapositive
4. 3 Bacteriën en schimmels
Slide 33 - Diapositive
Leerdoelen bij 4.3 Bacteriën en schimmels
Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor mensen en de natuur.
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor de natuur.
Slide 34 - Diapositive
Bacteriën
Bacteriën zijn erg klein, ze bestaan maar uit één cel. Met het blote oog kan je een bacterie niet zien. Zelfs met een gewone microscoop kan je een bacterie niet zien, alleen met een elektronenmicroscoop wordt bacteriën zichtbaar. Een bacterie plant zich voort door deling.
Slide 35 - Diapositive
Bacterie kolonie
Meerdere bacteriën bij elkaar.
Te zien zonder microscoop
bacterie kolonie
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
Schimmels zijn eencellig of meercellig
Gisten zijn eencellig
meercellige schimmels hebben meestal schimmeldraden
Meercellige schimmels planten zich meestal voort door sporen
Sommige schimmels vormen sporen in paddenstoelen
Andere hebben aan het eind van de schimmeldraden sporen
Gisten planten zich voort door deling (knopvorming)
Slide 38 - Diapositive
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor mensen en de natuur.
Bacteriën en schimmels (reducenten) voeden zich met dode resten van organismen.
Bacteriën en schimmels worden gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen.
Bacteriën en schimmels worden gebruikt bij de productie van medicijnen.
Bacteriën worden gebruikt bij de productie van wasmiddel.
Slide 39 - Diapositive
Voedingsmiddelen met bacteriën en schimmels gemaakt
Met bacteriën:
yoghurt en zuurkool
aspartaan (zoetstof in bijv. limonade)
zuurkool
wasmiddel (met enzymen gemaakt door bacteriën)
Met schimmels:
brood, bier en wijn, kaas
Slide 40 - Diapositive
Schimmel - Gist
Gist is een ééncellige schimmel:
wordt gebruikt bij de bereiding van brood, bier en wijn
Gist wordt gebruikt om het brood / cake te laten rijzen
Gist wordt gebruikt om suikers (bijv. de suikers in druiven) om te zetten in Alcohol
Slide 41 - Diapositive
Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor de natuur.