3M 4.2 Organismen ordenen

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Log in in LessonUP, je krijgt zo een vraag over een verwantschapsschema


  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je chromebook, boek, schrift + pen

timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik op de afbeelding van dit verwantschapsschema om deze te vergroten.
1. Welke twee diersoorten hebben de meest recente gemeenschappelijke voorouder?
2. Welk diersoort heeft zich het langst geleden als aparte soort ontwikkeld?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4.2 --> Organismen ordenen
  • Opdracht cellen vergelijken
  • Celkenmerken leren 
  • Quizvragen in lessonUp
  • Opdrachten uit het boek maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema Ordening
4.1 Ontwikkeling van het leven op aarde
4.2 Organisme ordenen
4.3 Bacteriën en schimmels
4.4 Planten en dieren
4.5 Geleedpotigen en gewervelden
4.6 Organismen determineren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 4.2
  • Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organismen indelen






Prokaryoten --> geen celkern en altijd eencellig
Eukaryoten --> wel een celkern, eencellig of meercellig
Hoofdgroepen
Rijken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling groepen
Indeling organismen in kleinere groepen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indelen in 4 rijken
Organismen worden verdeeld in 4 rijken. Je ziet het verschil door te kijken naar de bouw van de cel!

Ieder organisme heeft:
cytoplasma
celmembraan

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De cellen van planten, dieren, schimmels en bacteriën. 
Teken dit 
schema na
in je schrift.

Slide 12 - Diapositive

Laat de leerlingen de afbeelding overnemen in hun schrift en invullen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is deze cel?
Heeft de cel bladgroenkorrels? 
JA -> het is een plant?

Heeft de cel een celwand? 
Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? 
Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Deze cel is een bacteriecel. De cel heeft geen celkern. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is deze cel?
Heeft de cel bladgroenkorrels? 
JA -> het is een plant?

Heeft de cel een celwand? 
Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? 
Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is deze cel?
Heeft de cel bladgroenkorrels? 
JA -> het is een plant?

Heeft de cel een celwand? 
Nee -> het is een dier
Heeft de cel een celkern? 
Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Deze cel is van een schimmel. De cel heeft geen bladgroenkorrels, maar wel een celwand en een celkern. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is deze cel?
Heeft de cel bladgroenkorrels? 
JA -> het is een plant?

Heeft de cel een celwand? 
Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? 
Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Deze cel is van een dier. De cel heeft geen celwand. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is deze cel?
Heeft de cel bladgroenkorrels? 
JA -> het is een plant?

Heeft de cel een celwand? 
Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? 
Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Deze cel is van een plant. Dit zijn plantencellen, dan kan je zien aan de bladgroenkorrels. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leer de celkenmerken van de organismen uit je hoofd. 
timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 rijken kennen we?
A
Dieren, schimmels, planten, bacteriën
B
Schimmels, mensen, planten dieren
C
Dieren, apen, mensen en planten
D
Bacteriën, schimmels apen en planten

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam voor eencellige organismen
zonder celkern, omgeven door een celwand en
zonder bladgroenkorrels?
A
plantencel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk organisme heeft een celkern, een celwand, maar geen bladgroenkorrels?

A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk organisme heeft een celkern, een celwand en bladgroenkorrels?
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen hebben een celwand?
A
Alleen planten
B
Planten en schimmels
C
Planten, schimmels en bacteriën
D
Alle organismen hebben een elwand

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen hebben geen celkern?
A
Planten
B
Schimmels
C
Dieren
D
Bacteriën

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen hebben een celmembraan?
A
Alleen planten
B
Planten en schimmels
C
Planten, schimmels en dieren
D
Planten, schimmels, dieren en bacteriën

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen hebben een vacuole?
A
Alleen planten
B
Planten en schimmels
C
Planten, schimmels en bacteriën
D
Planten, schimmels, bacteriën en dieren

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organismen hebben cytoplasma?
A
Alleen planten
B
Planten en schimmels
C
Planten, schimmels en dieren
D
Planten, schimmels, dieren en bacteriën

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 rijken kennen we?
A
Dieren, schimmels, planten, bacteriën
B
Schimmels, mensen, planten dieren
C
Dieren, apen, mensen en planten
D
Bacteriën, schimmels apen en planten

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 4.2
Maken opdracht 1 t/m 8
 



Slide 33 - Diapositive

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 4.2
  • Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  • Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke celkenmerken hebben de rijken?
Bacteriën
Dieren
Planten
Schimmels
Heeft geen celkern. 
Wel een celwand.
Heeft geen celwand.
Wel een celkern. 
Heeft een celkern, celwand en bladgroenkorrels.
Heeft een celkern en celwand,
maar geen bladgroenkorrels.

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions