V4 Literatuur 4 hh

Welkom v4tb!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom v4tb!

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Opdrachten communicatie nakijken
  3. Herhalen communicatie 2
  4. Wat is er blijven hangen van vorige les over poëzie? 
  5. Literatuur 5: context, presentatie, perspectief
  6. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 3 - Diapositive

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 4 - Question de remorquage

Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.

Slide 5 - Question de remorquage

Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij mekaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
Hoofdgedachte
Alinea
onderwerp
deelonderwerp
Tekstdoelen

Slide 6 - Question de remorquage

Onderwerp
Tussenkop
 Alinea. 

Slide 7 - Question de remorquage

wat is het verschil tussen een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst?
A
onderwerp: samenvatting van de tekst hoofdgedachte: samenvatting van de tekst in één zin.
B
onderwerp: een à twee woorden hoofdgedachte: samenvatting van de tekst.
C
onderwerp: belangrijkste zin uit de tekst hoofdgedachte: belangrijkste zin uit de tekst
D
onderwerp: een à twee woorden hoofgedachte: samenvatting van de tekst in één zin.

Slide 8 - Quiz

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 9 - Quiz

Welke 5 functies van poëzie zijn er?

Slide 10 - Question ouverte

Welke uitspraak over de hoofdgedachte van de tekst is NIET waar?
A
Je kunt die vaak vinden in de eerste en/of laatste alinea van de tekst.
B
Het is een zin waarin het belangrijkste staat wat er over het onderwerp wordt gezegd.
C
Dat is het onderwerp van de tekst.
D
Soms moet je de hoofdgedachte zelf verwoorden.

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je het gereedschap van een dichter?

Slide 12 - Question ouverte

Noem een aantal poëtische middelen.

Slide 13 - Question ouverte

Poëtische middelen
Context, presentatie, perspectief
Klank en ritme (regelbouw, rijm, metrum)
Beeldspraak (metafora, homerische vergelijking, metonymia)
Stijlfiguren (herhalingen en opsommingen, tegenstellingen en ontkenningen, overdrijvingen en nuanceringen, spot, woordspelingen)

Vandaag kijken we naar context, presentatie en perspectief.

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk
Maken Literatuur 4 opdr 6, 7 en 9

Slide 15 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag18 november
  • Huiswerk: -Leren handboek blz 140 en 141, maken oefenboek blz 140 en 141 opdr 6, 7 en 9
  • Meenemen: handboek, oefenboek laptop en leesboek
  • Programma: Literatuur 6

Slide 16 - Diapositive