11.1 Optellen en aftrekken

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H11 Rekenen met variabelen

H11 Rekenen met variabelen

Vandaag doen we: § 11.1 Optellen en aftrekken,

dus:   +   en    -

We doen enkele opgaven samen.

Formules korter schrijven

Gelijksoortige termen kunnen worden samengenomen.

Termen met dezelfde variabelen: 5a + 6a wordt 11a

Termen met verschillende variabelen kunnen NIET worden samengenomen, bijvoorbeeld 6a + 3q kun je niet samennemen 

Termen

Variabelen

Wat is het kortste antwoord?

64b​2​​−64b​2​​

1. 0b​2​​
2. 64
3. 64b
4. 0

Welke termen zijn gelijksoortig?

1. 4x​2​​
2. x​2​​
3. 4x
4. 4

Voorbeelden.

h = 4r + 2r  hier zijn 2 termen met variabele r

en optellen geeft:    h = 6r

b = 2a + 7a -10 hier zijn 3 termen maar alleen 2a and 7a zijn gelijksoortig, 

dus krijgen we:   b = 9a -10

p = 4 + 6 + 2s

p = 10 + 2s 

Verkort:
k = -4 + 6k -6

1. k = 10 + 6k
2. k = 6k - 10
3. k = -10 + 6k
4. k = 16k

Oplossing:

k = -4 + 6k -6     De gelijksoortige termen zijn:    -4 en -6.

k = -10 + 6k    of:      k = 6k - 10           

 

t = -5k - 5 + 3k + 7
Verkort dit!

1. t = 2k + 2
2. t = -2k + 2
3. t = -2k - 2
4. t = -4k

Oplossing:

t = -5k - 5 + 3k + 7              Neem de gelijksoortige termen samen:

t = -2k + 2                              

Ten slotte: -2k en 2 zijn geen gelijksoortige termen,

                                         dus kun je ze niet samen nemen.

Open je SCHRIFT en boek pak een PEN.

Antwoord vraag 1a in je schrift!

Een mogelijke oplossing:

Maak  1b in je schrift:

Oplossing:

P = 80 + 8b

Maken:

maken opdracht:  2, 3, 4, 5, 6, 7