4.2 zien en horen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

welkom

Ga rustig zitten

en pak je spullen er bij

lesdoel

1. je kan benoemen welke zenuwcellen in je ogen zitten.

2. je kan benoemen hoe je oog

scherp ziet.

wat gaan we doen?

nakijken/herhalen

aan de slag

stukje uitleg

filmpje

huiswerk

ezelsbruggetjes van vorige les

oog zenuwcellen

bij het accommoderen 

pupilreflex

accomoderen

aan de slag

kijk je gemaakte opdrachten na

15-25

ben je klaar?

ga verder met 

26 t/m 28 blz 26

 oorschelp 🡪 gehoorgang 🡪 trommelvlies 🡪 gehoorbeentjes 🡪 slakkenhuis

huiswerk

26 t/m 32

vanaf blz 26

Als er veel licht op onze pupil valt dan wordt onze pupil

1. groot
2. klein

De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen).
Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?

1. lensbandjes: strak lens: bol
2. lensbandjes: strak lens: plat
3. lensbandjes: slap lens: plat
4. lensbandjes: slap lens: bol

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?

1. Het slakkenhuis
2. De oorschelp
3. De gehoorbeentjes
4. Het trommelvlies

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de adequate prikkel voor het oor?

1. geur
2. druk
3. licht
4. geluid

accomoderen is:

1. reflecteren
2. absorberen
3. construeren
4. scherp stellen

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?

1. Trommelvlies
2. Slakkenhuis
3. Buis van Eustachius
4. Gehoorgang