Centrum - Periferie Kader

Centrum - Periferie
Wat leer jij deze LessonUp? 
  1. Ik kan in een zelfgemaakte tekening met minimaal twee beeldkenmerken het verschil tussen centrum en periferie aanwijzen.
  2. Ik kan een oorzaak noemen waarom een slumdog altijd in de buurt van een stadscentrum is.


Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
M&WMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Centrum - Periferie
Wat leer jij deze LessonUp? 
  1. Ik kan in een zelfgemaakte tekening met minimaal twee beeldkenmerken het verschil tussen centrum en periferie aanwijzen.
  2. Ik kan een oorzaak noemen waarom een slumdog altijd in de buurt van een stadscentrum is.


Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  

Slide 1 - Diapositive

Rijk
Bekijk de afbeelding goed en beantwoord de vraag op de volgende dia.

Slide 2 - Diapositive

Wat valt je op als je naar de afbeelding op de vorige dia kijkt?

Slide 3 - Question ouverte

Centrum en periferie op 3 niveau's
In deze LessonUp staan de begrippen centrum en periferie centraal. Om goed te begrijpen wat centrum en periferie is, ga je op geografische (aardrijkskundige) niveaus naar deze begrippen kijken, namelijk: 
1. Wereld
2. Stedelijk

Slide 4 - Diapositive

Niveau 1. Wereldniveau

Slide 5 - Diapositive

In welke werelddelen liggen veel landen die tot de "periferie" behoren?
A
Oceanië
B
Europa
C
Noord-Amerika
D
Afrika, Azië, Zuid-Amerika

Slide 6 - Quiz



Waar horen landen als Nederland en de V.S. bij?
A
Centrum
B
Periferie

Slide 7 - Quiz

Welvaart
  • In de eerste LessonUp van dit blok heb je gezien dat niet overal op de wereld landen evenveel welvaart hebben (groot verschil in wat mensen verdienen!). 
  • Kijk maar op de afbeelding hiernaast. 
De kleuren geven aan hoeveel mensen in een land moeten leven van minder dan 1,25 dollar per dag! Dat is echt heel weinig. 

Slide 8 - Diapositive

In welk continent leven de meeste mensen die elke dag maar 1,25 dollar te besteden hebben?
A
Afrika
B
Azië
C
Noord-Amerika
D
Europa

Slide 9 - Quiz

Vergelijk de beiden wereldkaarten met elkaar  en beantwoord daarna de vragen op de volgende dia.

Slide 10 - Diapositive

Waar leven de meeste mensen die elke dag heel weinig geld te besteden hebben (1,25 dollar per dag)? In het centrum of de periferie? Leg je antwoord uit met behulp van de wereldkaart.

Slide 11 - Question ouverte

Centrum en periferie
Je hebt nu misschien al een beetje een idee gekregen wat centrum en periferie betekend. Want je weet inmiddels in welke werelddelen vooral landen liggen die tot de "periferie" behoren en je weet ook waar vooral landen liggen die we "centrum" noemen.

Laten we de twee begrippen eens goed gaan bekijken! Bekijk de video op de volgende dia tot minuut 1.33.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Centrum - Periferie
De begrippen centrum-periferie worden vooral gebruikt om aan te geven hoe sterk een gebied economisch en politiek is. Dus hoe rijk is een land en hoeveel macht heeft een land.

Slide 14 - Diapositive

Centrum
- Ook wel kernlanden genoemd of koplopers (zie oranje op de kaart)

- Economisch ver ontwikkelde landen, rijke landen dus (welvarend)

- Veel mensen werken in de dienstensector/tertiaire sector (weinig in de landbouw)

- Veel politieke macht / economische macht.

- Veel technologische kennis



Slide 15 - Diapositive

Periferie
- Ook wel ontwikkelingslanden genoemd of achterblijvers (de donkergroene landen)

- Blijft economisch achter op de rest van de wereld

- Niet heel rijk (niet welvarend)

- Veel mensen werken in de landbouw, visserij of in mijnen, de primaire sector. (weinig diensten)

- Levert vaak grondstoffen voor landen in het centrum

Slide 16 - Diapositive

Centrum
Periferie
Kernlanden of koplopers.
Ontwikkelingslanden of achterblijvers
Economisch ver ontwikkelde landen.
Blijft economisch achter op de rest van de wereld
Rijke landen dus (welvarend)
Niet heel rijk (niet welvarend)
Vele mensen werken in de dienstensector (weinig landbouw)
Veel mensen werken in de landbouw, visserij of in mijnen  (weinig diensten)
Veel politieke macht / economische macht.
Weinig politieke / economische macht
Veel technologische kennis
Levert vaak grondstoffen voor landen in het centrum

Slide 17 - Diapositive

Gevolgen centrum - periferie
Arme landen (periferie) worden steeds afhankelijker van rijke landen (centrum).
1. Uit arme landen worden vaak grondstoffen gehaald, die in de rijke landen als "eindproduct" verkocht worden. Grondstoffen worden weggehaald en de aarde in arme landen wordt uitgeput. Denk aan het blok "kledingindustrie" en "technologie" uit het vorige thema duurzaamheid! 
2. Ook vertrekken veel hoogopgeleide mensen uit de arme landen om in rijke landen te gaan werken of studeren. 

Slide 18 - Diapositive

Hoort de afbeelding hiernaast bij centrum of periferie?
A
Centrum
B
Periferie

Slide 19 - Quiz

Hoort de afbeelding hiernaast bij centrum of periferie?
A
Centrum
B
Periferie

Slide 20 - Quiz

Hoort de afbeelding hiernaast bij centrum of periferie?
A
Centrum
B
Periferie

Slide 21 - Quiz

Hoort de afbeelding hiernaast bij centrum of periferie?
A
Centrum
B
Periferie

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander begrip voor landbouwsector?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 23 - Quiz

Wat is een ander begrip voor dienstensector?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 24 - Quiz

Niveau 2. Stedelijk
We hebben nu gezien dat er op wereldniveau sprake is van verschil tussen "centrum en periferie" en dat er ook binnen een land sprake kan zijn van gebieden die tot het "centrum" horen en andere gebieden tot de "periferie".  Ook in Nederland.

Maar zelfs binnen één stad zijn er rijke en minder rijke wijken: centrum en periferie dus!

Slide 25 - Diapositive

Sleep de ster naar de plek op de afbeelding waar je periferie ziet.

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Vidéo

Sloppenwijk
De sloppenwijken liggen altijd rondom het centrum van een stad. 

Vaak komen de mensen die in een sloppenwijk zijn gaan wonen van het platteland. Omdat op het platteland weinig werk is, trekken zij naar de stad in de hoop dat zij daar werk zouden vinden. Ze hebben te weinig geld om een huis te kopen/bouwen. Daarom wonen zij in eenvoudige huisjes die zij zelf gemaakt hebben.

Slide 28 - Diapositive

Horen de slopenwijken tot het centrum of de periferie? Leg je antwoord uit!

Slide 29 - Question ouverte

Hier zie je een sloppenwijk uit Brazilië, ook wel favela genoemd
Het Engelse woord voor sloppenwijk is slum

Slide 30 - Diapositive

Waarom liggen sloppenwijken altijd in de buurt van een stadscentrum?

Slide 31 - Question ouverte

Tekenopdracht centrum-periferie
Wat ga je doen?
- Je maakt een eenvoudige tekening, waarin de begrippen centrum - periferie duidelijk te zien zijn. 
- Je zorgt dat je in de tekening met behulp van minimaal 2 beeldkenmerken duidelijk maakt wat het verschil is tussen centrum en periferie. 
- Je laat de tekening aan je docent zien!
- Je kunt op verschillende manieren tekenen, bijvoorbeeld een 
stripverhaal of één grote tekening. 





Tijd:
10 minuten
Wat heb je nodig?
- A4 vel (leeg) 
- Potlood
- Atlas / Laptop

Slide 32 - Diapositive