16/10 BSR 2tc Thema C §5 Discussiëren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

THEMA C  

KUNST

Lees de theorie en de vragen van opdracht 1 op blz. 163.

Log alvast in op LessonUp.

§5 Discussiëren

• Je kunt meningen beoordelen en geven en argumenten formuleren.
• Je kunt deelnemen aan een discussie.
• Je kunt kritisch luisteren naar een mening en daar een reactie op geven.

Lesdoelen

In deze les gaan we:

• Verder werken aan Thema C;
• in gesprek over de begrippen mening; beoordelen, formuleren, discussiëren.
• opdracht 1 en 2 gezamenlijk maken (kijk- en luisteropdrachten).
• Opdracht 3 in viertallen.
• vooruitblikken op de komende lessen.

Mensen geven over allerlei zaken hun mening, zowel on- als offline. Als je zelf een mening wilt vormen, is het goed om naar een ander te luisteren. Je moet dan wel weten waar je op moet letten bij het beoordelen van de mening van een ander.

Meningen beoordelen

• Let op de inhoud. Brengt de spreker zijn mening duidelijk onder woorden?
• Geeft de spreker goede argumenten voor zijn mening?
• Heeft de spreker verstand van het onderwerp? Als dat zo is, kan diegene zijn mening onderbouwen met behulp van feiten en ervaringen. 

Zo beoordeel je de mening van een ander

www.mrchadd.nl

Wat?	Thema C: Kunst (blz. 163). Opdracht 1.
Hoe?	Met z'n allen. Schrijf de antwoorden in je schrift, in volledige zinnen.
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd	Tien minuten.
Klaar?	Puzzel 18 en 19 -> bladzijde 266-267.

Opdracht 1 

In een discussie praat je met anderen over een bepaald onderwerp of over een stelling. Bijvoorbeeld over een kunstwerk, serie of film. Een discussie kan je helpen om een mening te vormen over een onderwerp. Als je de mening van een ander overtuigend vindt, kun je van mening veranderen.

Discussiëren

Zo houd je een discussie:

• Geef je mening en onderbouw
  deze met argumenten.
• Luister naar elkaar en
  laat iedereen uitpraten.
• Reageer op de argumenten
  van een ander.
• Blijf bij het onderwerp.

Discussiëren

Wat?	Thema C: Kunst (blz. 163-164). Opdracht 2.
Hoe?	In tweetallen. Schrijf de antwoorden in je schrift, in volledige zinnen.
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd	Tien minuten.
Klaar?	Puzzel 18 en 19 -> bladzijde 266-267.

Opdracht 2

Wat?	Thema C: Kunst (blz. 164). Opdracht 3. Vraag 1, 2 en 3.
Hoe?	In viertallen. Schrijf de antwoorden in je schrift, in volledige zinnen.
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd	Vijf minuten.
Klaar?	Werk zelfstandig verder aan paragraaf 6.

Opdracht 3 voorbereiden

Wat?	Thema C: Kunst (blz. 16a4). Opdracht 3. Vraag 4.
Hoe?	In viertallen. Schrijf de antwoorden in je schrift, in volledige zinnen.
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd	Tien minuten.
Klaar?	Werk zelfstandig verder aan paragraaf 6.

Opdracht 3 uitvoeren

Wat?	Thema C: Kunst (blz. 161-162). Opdracht 3. Vraag 5.
Hoe?	In viertallen. Schrijf de antwoorden in je schrift, in volledige zinnen.
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd	Tien minuten.
Klaar?	Werk zelfstandig verder aan paragraaf 6.

Opdracht 3 nabespreken

• Je kunt meningen beoordelen en geven en argumenten formuleren.
• Je kunt deelnemen aan een discussie.
• Je kunt kritisch luisteren naar een mening en daar een reactie op geven.

Lesdoelen

Als je verstand van een onderwerp hebt, kun je jouw mening duidelijker maker met behulp van feiten en ervaringen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is belangrijk bij het houden van een discussie?

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencodes:

u2tc: ncejj