8.4 Je bloedsomloop

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welkom V2A
timer
3:00
  • Doe je kauwgom in de prullenbak
  • Eten en drinken in je tas
  • Hang je jas over je stoel
  • Doe je telefoon en oordopjes in je tas


  • Pak je boek
  • Pak een schrift
  • Pak een pen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Dubbele bloedsomloop bij de mens
  1. Kleine bloedsomloop Zuurstof ophalen in de longen
  2. Grote bloedsomloop  Zuurstof brengen naar de organen

Slide 8 - Diapositive

boezems & kamers in het hart

Slide 9 - Diapositive

Bloedstroom
Zo gaat het bloed door je hart:

Kleine bloedsomloop 
 RKhart -> longen -> LBhart

Grote bloedsomloop 
LKhart -> lichaam -> RBhart

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hartfasen
Diastole: Bloed komt hart binnen via holle aders (rechts) en longader (links)

Boezemsystole: kamers worden extra gevuld door samentrekken van de boezems

Kamersystole: Bloed wordt weggepompt uit de kamers naar de longslagader (rechts) en de aorta (links)


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

ECG = electrocardiogram

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

8.4 Je bloedsomloop
  • Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt
  • Je leert hoe je hart werkt.
  • Je leert over soorten bloedvaten
  • Je leert over bloeddruk

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Snappen:
  • richting bloedstroom,
  • snelheid bloedstroom,
  • zuurstofrijk of zuurstofarm.
  • aders/slagaders
  • verschil in bloeddruk

Slide 20 - Diapositive

3 soorten bloedvaten
  1. Slagaders: transport bloed van hart af (behalve bij de longen).
  2. Aders: transport bloed naar hart toe (behalve bij longen).
  3. Haarvaten: bloed stroomt hiermee door organen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Flexibiliteit: Bloedverdeling
De spieren in de wand van slagaders staan ook onder aansturing van de hersenen. Hierdoor kan de verdeling van het bloed over de verschillende organen naar behoefte worden aangepast.




Slide 24 - Diapositive

Verdeling bloed

Lichaam bepaalt hoeveel bloed naar welke organen gaat. Kringspieren in bloedvaten knijpen samen of ontspannen.

Slide 25 - Diapositive

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen wanden van bloedvaten: bloeddruk
  • Bloeddruk verschilt in je lichaam

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 26 - Diapositive

Wat is bloeddruk?
Bloeddruk bestaat uit 2 waarden:
- bovendruk (als de kamers samentrekken)
- onderdruk (tijdens de hartpauze)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk.

Een gezonde bloeddruk voor een puber is 110/70.

Slide 27 - Diapositive

Bloedsomloop bestaat uit...
A
Hart en bloedvaten
B
Alleen het hart
C
Alleen de bloedvaten
D
Alleen bloedvaten

Slide 28 - Quiz

Hoort dit diagram bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 29 - Quiz

Tot welke bloedsomloop hoort de longslagader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 30 - Quiz

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 31 - Quiz

Krijgen de hersenen meer of minder bloed tijdens inspanning?
A
Meer
B
Minder
C
Ongeveer evenveel

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde.

  • Sommige mensen kunnen last hebben van een hoge bloeddruk.

Slide 35 - Diapositive

Bij welk organisme hoort deze bloedsomloop?
A
Mens
B
Mossel
C
Makreel
D
Mier

Slide 36 - Quiz

Hartfasen
Tijdens rust 1 hartslag = 0,8s
1. Boezemsystole (0,1s)

2. Kamersystole (0,3s)

3. Diastole (0,4s)
BINAS 84D

Slide 37 - Diapositive

Huiswerk
Maken: 
HAVO - opdracht 14 t/m 21 + tekening van het hart ( zie opdracht in teams en SOMtoday)

Slide 38 - Diapositive