2024 week 1 - les 1

Unité 4: tu habites où?
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Unité 4: tu habites où?

Slide 1 - Diapositive

  • Toetsweek
  • Planning blok 3
  • Regarder
  • Les devoirs
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik wat ik wat ik dit blok kan verwachten
  • kan ik een vlog begrijpen over David en zijn huis

Slide 2 - Diapositive

Planning - toetsweek
• De theorie uit 'Tu habites où?' (blz. 111)
• Apprendre 1 t/m 10 (blz. 133 t/m 136)
• Unité 5: het bijvoeglijk naamwoord (unité 5: apprendre 5 blz. 37 en 38)

Tussentijdse toets
Luistervaardigheidstoets

Slide 3 - Diapositive

       Tu habites où?

      J'habite à Paris,
et toi?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Introduction de l'unité 4
lis le texte sur page 110  et 111

Klaar: maak vraag 1 en 2 op blz 11

timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Wat is 'à la campagne'?
A
in de stad
B
op het platteland
C
in een boerderij
D
een tweede huis

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort woning is een studio in Frankrijk
A
een éénkamerappartement
B
een appartement met een lage huur
C
een vrijstaand huis

Slide 8 - Quiz

Wat is télétravail?



A
werken in het centrum van een stad
B
werken op televisie
C
werken vanuit huis

Slide 9 - Quiz

13 régions en France

Slide 10 - Diapositive

Noem drie Franse regio’s.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de banlieue in Frankrijk?




A
de buitenwijk van een grote stad
B
het centrum van een stad
C
het platteland

Slide 12 - Quiz

Wat is een résidence secondaire ?



A
een ambassade
B
een tweede huis
C
een verpleeginrichting

Slide 13 - Quiz

Wat is géén woning

A
une maison individuelle
B
un appartement
C
un studio
D
une ville

Slide 14 - Quiz

Regarder
Lees de vragen bij exercice 1

Slide 15 - Diapositive

Les devoirs
leren: apprendre 1 et 10 page 133 et 136
Maken: 3, 4a en 4b blz 113, 114

Slide 16 - Diapositive

Les devoirs
Maken: 3, 4a en 4b blz 113, 114

Leren apprendre 1 en 10

Slide 17 - Diapositive

Les devoirs
Maken: 5 en 6 blz 115 - 117
Kijk goed naar de woordjes bij apprendre 2)

(Leren apprendre 1 en 10)

Slide 18 - Diapositive

Tu habites où?

Slide 19 - Question ouverte

Tu as des frères ou de soeurs?
(ils ont quel âge?/ comment ils s'appellent)

Slide 20 - Question ouverte

Tu fais d'un sport?
Quel sport?

Slide 21 - Question ouverte

Tu joues d'un instrument?
Quel instrument?
Tu es bon(ne)?

Slide 22 - Question ouverte

Quelle est ta matière préférée?
Quelle matière tu trouves difficile?
Spiek op blz 100 apprendre 1

Slide 23 - Question ouverte

Quel est ton film préféré?
(Pourqoui?)

Slide 24 - Question ouverte

Je gaat het filmpje in de volgende slide bekijken.  Twee Franse jongeren stellen zichzelf voor, Inès en Mayeul. Zij laten allebei hun huis zien.

Tijdens het kijken ga je opschrijven welke ruimtes zij laten zien. Schrijf dit op in het Frans.
 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Welke ruimtes heb je gezien, schrijf ze op in het Frans

Slide 27 - Question ouverte

La chambre
L'entrée
Le salon
La salle de bain
La cuisine

Slide 28 - Question de remorquage

Luister naar de tekst en lees mee!

Slide 29 - Diapositive

Waar woont Sandrine?
A
in een villa
B
op een boot
C
in een iglo
D
in een appartement

Slide 30 - Quiz

Hoe oud is Sandrine?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 31 - Quiz

Wat vindt Sandrine ervan om op het water te wonen?
A
leuk
B
stom
C
saai
D
geweldig

Slide 32 - Quiz

Is het groot bij Sandrine?
A
ja de boot wel maar haar kamer niet
B
nee de boot is klein, maar ze heeft wel een grote kamer
C
Het is als een normaal huis
D
Het is allemaal heel klein

Slide 33 - Quiz

Welke ruimtes beschrijft Sandrine (in NL)

Slide 34 - Carte mentale

Sandrine woont op een boot. Wat betekent "sur"
A
in
B
op
C
onder
D
naast

Slide 35 - Quiz

C'est comme une maison normale. Wat betekent "comme"
A
onze
B
als
C
zoals
D
dus

Slide 36 - Quiz

On a une salle de séjour. Wat betekent " on a"
A
Wij zijn
B
Wij hebben
C
Hij heeft
D
Zij heeft

Slide 37 - Quiz

Schrijf in het Frans op hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont.

Slide 38 - Question ouverte