Neem deze 4 zinnen over in je schrift/word-Document voor Frans.
Slide 10 - Diapositive
Je gaat het filmpje in de volgende slide bekijken. Twee Franse jongeren stellen zichzelf voor, Inès en Mayeul. Zij laten allebei hun huis zien
Tijdens het kijken ga je opschrijven welke ruimtes zij laten zien. Schrijf dit op in het Frans en doe dit in je schrift of word-Document voor Frans. Je kunt het filmpje meerdere keren bekijken en tussentijds stopzetten als dat nodig is.
Slide 11 - Diapositive
https:
Slide 12 - Lien
Welke ruimtes heb je gezien, schrijf ze op in het Frans
Slide 13 - Question ouverte
La chambre
L'entrée
Le salon
La salle de bain
La cuisine
Slide 14 - Question de remorquage
Luister naar de tekst en lees mee!
Slide 15 - Diapositive
Waar woont Sandrine?
A
in een villa
B
op een boot
C
in een iglo
D
in een appartement
Slide 16 - Quiz
Hoe oud is Sandrine?
A
11
B
12
C
13
D
14
Slide 17 - Quiz
Wat vindt Sandrine ervan om op het water te wonen?
A
leuk
B
stom
C
saai
D
geweldig
Slide 18 - Quiz
Is het groot bij Sandrine?
A
ja de boot wel maar haar kamer niet
B
nee de boot is klein, maar ze heeft wel een grote kamer
C
Het is als een normaal huis
D
Het is allemaal heel klein
Slide 19 - Quiz
Welke ruimtes beschrijft Sandrine (in NL)
Slide 20 - Carte mentale
Sandrine woont op een boot. Wat betekent "sur"
A
in
B
op
C
onder
D
naast
Slide 21 - Quiz
C'est comme une maison normale. Wat betekent "comme"
A
onze
B
als
C
zoals
D
dus
Slide 22 - Quiz
On a une salle de séjour. Wat betekent " on a"
A
Wij zijn
B
Wij hebben
C
Hij heeft
D
Zij heeft
Slide 23 - Quiz
Schrijf in het Frans op hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont.