Stijlfouten les 2

Formuleren 
Toets spelling/ww spelling Dinsdag 15.10 Donderdag 8.15. 
Wie kan donderdag 10.00?? 
Herhaling vorige les
Uitleg congruentie
Aan de slag met je spel
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Formuleren 
Toets spelling/ww spelling Dinsdag 15.10 Donderdag 8.15. 
Wie kan donderdag 10.00?? 
Herhaling vorige les
Uitleg congruentie
Aan de slag met je spel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

contaminatie, tautologie, pleonasme. Wat weet je nog?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleonasme en tautologie

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is hier het pleonasme?
?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meester in een noodsituatie.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onjuiste herhaling

Op zo'n partij als Partij voor de Dieren zou een overtuigd vleeseter niet op moeten stemmen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onjuiste herhaling
Het invullen van de belastingaangifte is iets waarmee veel mensen moeite mee hebben.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele ontkenning

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele ontkenning 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Congruentie
In een zin moeten onderwerp en persoonsvorm of beide enkelvoud of beide meervoud zijn. Dit noemen we congruent. 

 Als het getal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp en dat van de persoonsvorm niet overeenkomen, is er sprake van incongruentie. Dat is dus fout.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de heuvel ... (lopen) een kudde bruine schapen

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De media ... (beschuldigen) de partijvoorzitter

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een van de wielrenners die ten val ... (komen), ... (breken) zijn sleutelbeen

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Incongruentie (dat is dus fout)
Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien:

De media  (meervoud) schrijft  (pv, enkelvoud) veel onzin over deze bekende Nederlander.
Drugs zijn schadelijk voor de gezondheid. De drug xtc is een harddrug. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Incongruentie 
Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is:

Uit de enquête bleek dat de meerderheid  (kern= enkelvoud) van de leerlingen tegen frisdranken waren (pvmeervoud).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Incongruentie 
De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp:

Het schijnt dat het stadsbestuur (enkelvoud) de komende jaren binnen de grachten geen nieuwe parkeerplaatsen voor auto's willen (pv, meervoud) aanleggen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vind dat leden van motorclubs de toegang ontzegd moeten worden.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 19 - Quiz

leden van motorclubs = mv NIET ow
de toegang = ow!
Het gros van de Nederlanders is volgens de krant blij met het Koningshuis.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De gemeente zegt dat de brandweer vrijwilligers in dienst moeten nemen.
A
Congruent
B
Incongruent

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Werk verder aan je spel. Minimaal 4 voorbeelden van:
  • contaminatie
  • pleonasme
  • tautologie
  • onjuiste herhaling
  • dubbele ontkenning
  • congruentie/ incongruentie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen behaald?
...kan je de volgende stijlfouten herkennen:
  1. een pleonasme
  2. tautologie
  3. contaminatie 

...kan je de formuleringsfouten herkennen:
  1. dubbele ontkenningen
  2.  onjuiste herhalingen
  3. Incongruentie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions