Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Rekenen met wortels
Slide 1 - Diapositive
Welke van de onderstaande uitspraken zijn waar (er zijn meer antwoorden goed).
A
√2+√3=√5
B
√2+√3=k.n.k
C
√2⋅√3=√5
D
√2⋅√3=√6
Slide 2 - Quiz
Regels bij rekenen met wortels:
Optellen mag alleen als de getallen onder het wortelteken gelijk zijn:
Vermenigvuldigen kan altijd:
Bij kwadrateren moet je alle factoren binnen de haakjes in het kwadraat zetten:
Het getal onder het wortelteken is zo klein mogelijk:
Slide 3 - Diapositive
Bereken. Noteer in je schrift de tussenstappen.
√24+2√6+√54=
A
Kan niet
B
2√84
C
7√6
D
4√6+√54
Slide 4 - Quiz
Bereken. Noteer in je schrift de tussenstappen.
(4√3)2−(−2√5)2=
A
4
B
68
C
28
D
44
Slide 5 - Quiz
Kwadratische vergelijkingen
Slide 6 - Diapositive
Wat is de oplossing van de onderstaande vergelijking?
x2=16
A
x = 4
B
x = 4 of x = -4
C
x = 16
D
Er is geen oplossing voor deze vergelijking
Slide 7 - Quiz
Bij vergelijkingen geldt
Links en rechts hetzelfde getal optellen of aftrekken
Links en rechts met hetzelfde getal vermenigvuldigen
Links en rechts door hetzelfde getal delen
Tel op, trek af, vermenigvuldig en deel (aan beide kanten) net zolang tot je vergelijking in de vorm staat.
c < 0? Geen oplossingen
c = 0? 1 oplossing (namelijk x = 0)
c > 0? 2 oplossingen ("wortel" en "min-wortel")
x2=c
Slide 8 - Diapositive
Los de vergelijking op. Noteer de tussenstappen in je schrift. Vul alleen je antwoord(en) in:
3x2−4=23
Slide 9 - Question ouverte
Los de vergelijking op. Noteer de tussenstappen in je schrift. Vul alleen je antwoord(en) in.
−4x2+144=0
Slide 10 - Question ouverte
Kennen en kunnen op de toets
Je kunt rekenen met formules met wortels en kwadraten. Je kunt de grafieken bij deze formules tekenen.
Je kent de regels voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, (delen) en vereenvoudigen met wortels en kunt deze regels toepassen
Je kunt kwadratische vergelijkingen herleiden tot de vorm x^2 = c en kunt deze oplossen
Je kunt getallen herkennen als natuurlijk, geheel, rationaal of irrationaal. Je kunt een breuk schrijven als (oneindig) decimaal getal met behulp van een staartdeling.