4.2 De voedselproductie

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling 4.2
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling 4.2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ruimte die nodig is om je voedsel te verbouwen noem je de voedselafdruk

voedselafdruk – De ruimte die nodig is om voedsel te verbouwen voor een persoon.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaalvergroting
Om de wereld te kunnen blijven voeden, treedt er schaalvergroting op
Wat is schaalvergroting?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om aan de vraag te voldoen zijn steeds grotere bedrijven nodig.
Dit noemen wij schaalvergroting

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaalvergroting
schaalvergroting – Het steeds groter worden van (landbouw)bedrijven.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

biodiversiteit – De variatie aan plant- en diersoorten in de natuur.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zal er gebeuren met de biodiversiteit door intensivering?
Afnemen
Toenemen

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Door intensivering worden boerderijen kennisintensief.
Bij het maken van een product is veel kennis nodig. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kapitaalintensief
Bij het maken van een product wordt veel gebruik gemaakt van dure machines.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet hoe de voedselafdruk groter wordt, wat schaalvergroting en intensivering zijn en hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.
  • Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen en op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan.
  • Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen? 
Maken opdracht 1,,3 en 4 van paragraaf 4.2 
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen? 
  • Herhaling
  • Uitleg 4.2 deel 2
  • Opdrachten 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is biodiversiteit?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag oefenen met 4.1 tm 4.4
Pak je laptop.
Wacht op pin.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past bij onderstaande zin?
‘De ruimte die een persoon nodig heeft om zijn leven te kunnen leiden.’

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begrip hoort bij de volgende omschrijving?
‘Door middel van geld en kennis wordt de opbrengst per hectare vergroot.’


Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Om aan de vraag naar voedsel te voldoen is steeds meer opbrengst per dier nodig.
Dit noem je intensivering

intensivering – Het vergroten van de opbrengst per hectare of per dier door middel van kennis en geld.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intensivering of schaalvergroting?

Slide 23 - Diapositive

Intensivering:

We zien een verdubbeling van de productie.
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
‘Steeds meer dieren of meer hectares’


Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We noemen dit proces
Schaalvergroting

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Akkerbouw vroeger
veel biodiversiteit (verschillende soorten planten en dieren)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schaalvergroting 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je bij genetische modificatie van dieren en planten


Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

                                                                                                                                         genetische 
                                                                                                                                         modificatie 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen kunstmest, bestrijdingsmiddelen en veel aandacht dier

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


3: Biologische landbouw

Wat is een nadeel van biologische landbouw?

Niet-biologisch

Veel dieren per hectare
Slecht voor de dieren
Wel biologisch

Minder dieren per hectare
Beter voor de dieren

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


3: Biologische landbouw

Wat is een nadeel van biologische landbouw?
  • Het levert minder voedsel per hectare op
Niet-biologisch

Veel dieren per hectare
Slecht voor de dieren
Wel biologisch

Minder dieren per hectare
Beter voor de dieren

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de stappen van ontwerp naar productie tot en met de verkoop van een product?


Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

productieketen

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel apparaten belanden in la of afvalbak
-

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

productieketen

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

circulaire economie 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordeel circulair
-Minder transport van grondstoffen nodig
-Minder grondstoffen nodig.
-

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef 3 voorbeelden van fossiele brandstoffen


Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de twee kenmerken van fossiel brandstoffen


Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 4 bronnen van groene energie


Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Groene energie
Energietransitie
Omschakelen van fossiele energie naar duurzame energie

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energieneutraal
Je wekt zelf je energie op, je hebt geen gasaansluiting of aansluiting op stroomnet nodig

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor is intensivering nodig?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

milieu-uitputting – Het opraken van natuurlijke hulpbronnen door menselijk gebruik.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame voedselproductie:
  • minder weggooien
  • voedselfabrieken bouwen
  • biologische landbouw
  • genetische modificatie

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame voedselproductie:
  • minder weggooien
  • voedselfabrieken bouwen
  • biologische landbouw
  • genetische modificatie
  • Andere bron van eiwitten?

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is in veel landen een bron van eiwitten?

Slide 51 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame voedselproductie:
  • minder weggooien
  • voedselfabrieken bouwen
  • biologische landbouw
  • genetische modificatie

biologische landbouw – Manier van landbouw waarbij geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame voedselproductie:
  • minder weggooien
  • voedselfabrieken bouwen
  • biologische landbouw
  • genetische modificatie

genetische modificatie – Door de mens veranderen van bepaalde delen van een plant of
dier, bijvoorbeeld om ze bestendig te maken tegen ziekten.

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet hoe de voedselafdruk groter wordt, wat schaalvergroting en intensivering zijn en hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.
  • Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen en op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan.
  • Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw.

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions