robots quiz

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Het belangrijkste verschil tussen een robot en een gewone machine:
A
robot beweegt sneller.
B
robot kan zijn omgeving waarnemen.
C
Een robot werkt op stroom.
D
Een robot is groter.

Slide 3 - Quiz

Eva wil een robot hebben die haar brood smeert.

1. Er zijn verschilllende soorten beleg.
2. Boterhammen hebben niet allemaal dezelfde vorm.
3. Op een boterham moet eerst boter, dan pas beleg.

Slide 4 - Diapositive

Wat doet Eva hier?
Ze maakt een:
A
evaluatie
B
beslisschema
C
analyse
D
programma van eisen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Hoe noem je het onderdeel van dit apparaat dat de temperatuur meet?
een..................

Slide 7 - Question ouverte

Een sensor kan je vergelijken met de hersenen van de mens:
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De sensor is een soort zintuig
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De processor bevat het geheugen van de robot.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

De processor kan geluiden waarnemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat komt op de eerste plaats?
A
evalueren
B
programma van eisen maken
C
analyse maken
D
programma van eisen aanpassen

Slide 12 - Quiz

Wat komt op de tweede plaats?
A
evalueren
B
programma van eisen maken.
C
analyse maken
D
programma van eisen aanpassen

Slide 13 - Quiz

Wat komt op de derde plaats?
A
evalueren
B
programma van eisen maken
C
analyse maken
D
programma van eisen aanpassen

Slide 14 - Quiz

Noem twee voorbeelden die een robot beter kan dan een mens.

Slide 15 - Carte mentale

Geef twee voorbeelden die een mens beter kan dan een robot.

Slide 16 - Carte mentale

Bedenk 2 punten die een robotgrasmaaier moet kunnen.

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Vidéo