Zwakke ww stam d of t

  1. Wat zie je op de foto?
  2. Wanneer gebruik je het ezelsbruggetje '(fe)esttenten'? 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

  1. Wat zie je op de foto?
  2. Wanneer gebruik je het ezelsbruggetje '(fe)esttenten'? 

Slide 1 - Diapositive

voorbeeld standaard zwak werkwoord 
met ezelsbruggetje (fe)esttenten.
hoofdregel
ich
spiele
-e
du
spielst
-st
er/sie/es
spielt
-t
wir
spielen
-en
ihr
spielt
-t
sie/Sie
spielen
-en

Slide 2 - Diapositive

zwakke regelmatige werkwoorden
UITZONDERING:

Slide 3 - Diapositive

  1. Op welke letter eindigt de stam van het werkwoord antworten? 
  2. Welke uitgang krijgt du bij dit werkwoord?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

De werkwoorden met een
stam op een -d of -t

Slide 6 - Diapositive

uitzondering stam op d, t
ich
finde
du
findest
er/sie/es
findet
wir
finden
ihr
findet
sie/Sie
finden
  1. Met welke letter begint de uitgang na de stam?
  2. Ezelsbruggetje: Eindigt de stam op d of t, begint de uitgang met een e

Slide 7 - Diapositive

Noem een werkwoord waarvan de stam eindigt op een d of t

Slide 8 - Carte mentale

Wat is de uitzondering bij werkwoorden waarvan de stam op een d of t eindigt?

Slide 9 - Carte mentale

Welke uitgang krijgt: du antwort......
A
st
B
est
C
e
D
t

Slide 10 - Quiz

Welke uitgang krijgt Sie/sie: antwort...
A
e
B
et
C
en
D
t

Slide 11 - Quiz

Was (finden) ... du von meinem T-Shirt?
A
findst
B
findet
C
findt
D
findest

Slide 12 - Quiz

Wat is het ezelsbruggetje voor de uitgangen? Eindigt de stam op ..... of ..... begint de uitgang met een .....

Slide 13 - Question ouverte

Warum (antworten) ... ihr nicht?
A
antworten
B
antwortet
C
antwortt
D
antwort

Slide 14 - Quiz

Frau Soomers (reden) ... zu viel.
A
reden
B
rede
C
redet
D
red

Slide 15 - Quiz

Ik snap het....
Heel goed
Best goed
Redelijk goed
Niet zo goed
Helemaal niet

Slide 16 - Sondage

An die Arbeit!
- Maak opdracht 20, 21, 22 blz. 96
- Schrijf Grammatik E blz. 96 helemaal over.
Klaar? Laat het de docent zien. Bij akkoord mag je wat voor jezelf doen.

Slide 17 - Diapositive

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

1. spielen         Ich ............... draußen mit meinen Freunden.
2. sitzen           Du ................. neben dem Thimo.
3. zerreißen    Der Schüler ........................ das Blatt.
4. wohnen      .................... ihr in Limburg?
5. salzen           Mein Vater ................ seine Pommes zu sehr.
6. sein               Der Lehrer ............... zu spät.
7. heißen          Wie ........................ deine Tochter?
8. vermissen   ........................... du mich schon?
        

Slide 18 - Diapositive