Het bijvoeglijk naamwoord
Het
bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een lange en een korte vorm:
kort - korte, goedkoop - goedkope, mooi - mooie, duur - dure.
Daarnaast kun je vaak de trappen van vergelijking gebruiken bij een bijvoeglijk naamwoord:
Kort, korter, korst. Duur, duurder, duurst. Gaaf, gaver, gaafst.
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal.
Een zilveren lepel, een gouden ketting, een houten kom.