grammatica zinsdelen + werkwoordspelling formatief

ww-spelling
grammatica zinsdelen
Nederlands
formatief
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ww-spelling
grammatica zinsdelen
Nederlands
formatief

Slide 1 - Diapositive

Grammatica 
zinsdelen

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1
Benoem de vetgedrukte zinsdelen.

Kies uit: wwg - ond - lv - mv - bwb.

Slide 3 - Diapositive


Voor mijn zus (1) heb ik de National Geographic (2) gekocht.

1 = ......
2 = ......

Slide 4 - Question ouverte


In dat tijdschrift kan zij het artikel over de fotowedstrijd 
lezen.

Slide 5 - Question ouverte


Deelnemers (1) moeten hun foto’s voor 1 september (2) aan de redactie sturen.
1 = ......
2 = ......

Slide 6 - Question ouverte


De ingezonden foto’s worden in drie categorieën  onderverdeeld.

Slide 7 - Question ouverte


Medewerkers hebben voor de winnaars leuke prijzen uitgezocht.

Slide 8 - Question ouverte


Een vakkundige jury zal alle inzendingen beoordelen.

Slide 9 - Question ouverte


Vrienden en familie (1) geven Sybren allerlei handige tips.

1 = ......
2 = ......

Slide 10 - Question ouverte


Sommige voorwerpen kun je het best van dichtbij fotograferen.

Slide 11 - Question ouverte


In de septembereditie verschijnen de genomineerde foto’s.

Slide 12 - Question ouverte


Over de uitslag zullen wij niet corresponderen.

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht 2
1. Kopieer de zin.
2. Verdeel de zin in zinsdelen door er / tussen te zetten.
3.  Benoem elk zinsdeel. Kies uit: wwg – ond – lv – mv – bwb.

Doe dit al in onderstaande voorbeeld:
Mevrouw Baiden / heeft / de hele klas / een ijsje / gegeven.
ond / wwg / mv / lv / wwg

Slide 14 - Diapositive

De postbezorger heeft het pakketje gisterochtend bezorgd op het verkeerde adres.

Slide 15 - Question ouverte

Op het circuit van Zandvoort had de jonge Nederlandse autocoureur tijdens zijn allereerste wedstrijd materiaalpech.

Slide 16 - Question ouverte

Het nieuws over de vreselijke overstromingen besloten de twee jonge verslaggevers via hun eigen netwerk aan al hun collega’s te vertellen.


Slide 17 - Question ouverte

Gemeenteraadsleden willen in Rotterdam alle brugklassers een gratis fiets aanbieden.

Slide 18 - Question ouverte

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen met zijn vriendin gevolgd.

Slide 19 - Question ouverte

Laat je buurman zijn hond altijd op warme dagen alleen in de auto achter?

Slide 20 - Question ouverte

Spelling 
werkwoorden

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 3
Sleep de tekstblokjes over werkwoordspelling die niet kloppen of er niet mee te maken hebben naar het woord 'niet'. Sleep de rest naar het andere blok.

Slide 22 - Diapositive

NIET
voltooid deelwoord
1e, 2e en 3e persoon
zelfstandig naamwoord
persoonsvorm
ik-vorm + dt
enkelvoud / meervoud
apostrof
sterke werkwoorden
stam+te of +de
klankverande-ring

Slide 23 - Question de remorquage

Opdracht 4
Bij welke werkwoordsvormen mag je 't Kofschip als hulpmiddel gebruiken? 
Sleep de juiste antwoorden naar het woord 'wel'. Sleep de rest naar 'niet'.

Slide 24 - Diapositive


Gebruikte afkortingen:
pv = persoonsvorm
tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd
volt dw = voltooid deelwoord

Slide 25 - Diapositive

WEL
NIET
pv tt: 
ik-vorm
pv tt: 
ik-vorm+t
pv tt: hele werkwoord
pv vt: ik-vorm+te(n)
pv vt: ik-vorm+de(n)
pv vt: klank-verandering
volt. dw: d of t
volt dw: sterke ww
infinitief

Slide 26 - Question de remorquage

Opdracht 5
Kies de juiste spelling van de werkwoorden.
Let goed op de tijd waarin de zinnen staan.

Slide 27 - Diapositive

Klanten van Ziggo ... (kampen) vorige week urenlang met een storing.
A
kampen
B
kampten
C
kampte
D
kamptten

Slide 28 - Quiz

Nederland ... (behoren) al jaren tot de tien beste vakantiebestemmingen.
A
behoord
B
behoordt
C
behoort
D
behoorde

Slide 29 - Quiz

De prijzen van nieuwbouwwoningen zijn in een jaar tijd fors ... (stijgen).
A
gestijgt
B
gestijgd
C
stijgen
D
gestegen

Slide 30 - Quiz

Ook Duitsland heeft volop ... (protesteren) tegen het milieubeleid.
A
protesteert
B
geprotesteert
C
geprotesteerd
D
protesteerde

Slide 31 - Quiz

Tijdens de zomer van 2019 ... (vluchten) in Los Angeles veel mensen voor de felle natuurbrand.
A
vluchten
B
vluchte
C
vluchtte
D
vluchtten

Slide 32 - Quiz

Milan heeft afgelopen vrijdag heerlijk op een terrasje ... (lunchen) met Niek .
A
gelunchd
B
geluncht
C
lunchten
D
gelunched

Slide 33 - Quiz

Dat dit pas gisteren is besloten, ... (verbazen) de deelnemers nog steeds.
A
verbazen
B
verbaast
C
verbaasd
D
verbaasden

Slide 34 - Quiz

Maartje en Pim ... (missen) de afgelopen weken hun dagelijkse bezoekjes aan opa en oma.
A
missen
B
miste
C
mistten
D
misten

Slide 35 - Quiz

De jonge Siberische tijger had het bot helemaal ... (afkluiven).
A
afgekluift
B
afgekluifd
C
afgekloven
D
afgeklofen

Slide 36 - Quiz

... (Melden) je klasgenoot zich ook aan voor die huiswerkbegeleiding na schooltijd?
A
Melt
B
Meld
C
Meldt
D
Melden

Slide 37 - Quiz

Daan ... (reizen) voor de coronacrisis liever met de trein dan met het vliegtuig.
A
reist
B
rees
C
reiste
D
reisde

Slide 38 - Quiz

De gewonde man ... (bezwijken) gisteravond aan zijn verwondingen.
A
bezwijkt
B
bezwijkte
C
bezweek
D
bezwijkde

Slide 39 - Quiz

WhattsApp heeft appjes door middel van encryptie ... (versleutelen).
A
versleutelt
B
versleuteldt
C
versleutelde
D
versleuteld

Slide 40 - Quiz

... (Downloaden) straks alle bestanden die je nodig hebt voor je werkstuk.
A
Download
B
Downloadt
C
Downloade
D
Downloadde

Slide 41 - Quiz

De ongeduldige reizigers moesten lang ...(wachten) op de volgende trein naar Amsterdam .
A
wachten
B
wachtten
C
wachtden
D
wachden

Slide 42 - Quiz

EINDE
Inleveren!

Slide 43 - Diapositive