Vis niv 3

Vis
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Consumptieve techniekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vis

Slide 1 - Diapositive

Warenkennis Vis
  • zien, voelen, ruiken, vragen
  • warenkennis hoorcollege
  • opdrachten
  • samenvatting

Slide 2 - Diapositive

wat weet je al?

Slide 3 - Carte mentale

biologische eigenschappen
gewervelde dieren:
  • kop, romp, vinnen
  • graten, kraakbeen
  • kieuwen voor ademen
  • duidelijke vorm
leven overal op aarde:
  • zoetwatervissen
  • zoutwatervissen
  • trekvissen

Slide 4 - Diapositive

biologische eigenschappen
  • zoetwatervissen zijn altijd rondvissen
  • zoutwatervissen kunnen zijn:
    platvissen, rondvissen, kraakbeenachtigen
  • rondvissen zijn dus trekvissen, zoetwater of zoutwatervissen
  • platvissen zijn altijd zoutwatervissen (of brak)
  • kraakbeenachtigen zijn zoutwatervissen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

duurzame vis
  • gevangen op verantwoorde wijze
  • voorkomen dat de soort overbevist wordt
    -mazen van de netten aanpassen
    -visquota
    -zorgen dat eitjes de kans krijgen om te groeien
    -bodem met rust laten (pulsvissen?)

Slide 7 - Diapositive

duurzame vis
Strenge regels:
  • quota (hoeveelheid die gevangen mag worden)
  • hoeveelheid van een bepaalde vis moet op orde zijn
  • herkomst, schip moet herleidbaar zijn
  • vangstmethode milieuvriendelijk
  • zo min mogelijk bijvangst

Slide 8 - Diapositive

vis in de keuken
Levende vis
kwalitatief het 
hoogst haalbare
Dichte vis
zeer verse vis
met kop en 
ingewanden
Gestripte vis
geen ingewanden
snel in bederf
op ijs bewaren
gevroren vis
invriezen aan boord
import/export over
de gehele wereld

Slide 9 - Diapositive

Voedingswaarde van vis
  • vis is gezond: veel eiwitten, geen koolhydraten
  • veel vitaminen en mineralen
  • licht verteerbaar, weinig bindweefsel
vet
magere vis 0.5 tot 3% vet
matig vette vis: 3 tot 16% vet
vette vis: > 16% vet

Slide 10 - Diapositive

Voedingswaarde van vis
Vette vis (haring):
*64 % water
*18 % eiwit
*0 % koolhydraten
*16 % vet
*0 % vezels
Magere vis (tong):
*82 % water
*15 % eiwit
*0 % koolhydraten
*2.1 % vet
*0 % vezels

Slide 11 - Diapositive

de Hollandse Nieuwe
Verordening van de Hollandse Nieuwe:
  • respecteren van de officiele startdatum seizoen
  • goed volgroeien van de haring
  • goede kwaliteit (??)
  • haringparty's
  • seizoensproduct (??)
  • maatjesharing (na 30 sept)

Slide 12 - Diapositive

Zoetwatervis
  • paling (trekvis)
  • steur
  • forel
  • nijlbaars
  • snoekbaars
  • meerval

Slide 13 - Diapositive

Zoutwater rondvis
Ansjovis
Makreel
Tonijn
Harder
Rode mul
Rode poon
Dorade
Roodbaars
Zalm
Haring
Wijting
Kabeljauw
Zeebaars
Heek
Schelvis

Slide 14 - Diapositive

Zoutwater platvis
schar
schol
tarbot
tong
bot
griet

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Kraakbeenvissen
Rog
Zeewolf
Zeeduivel

Slide 17 - Diapositive

Visconserven
  • ansjovis
  • rolmops
  • tonijn in blik
  • zalm in blik
  • gerookte forel, paling, zalm

Slide 18 - Diapositive

zoetwatervissen zijn altijd:
A
platvissen
B
rondvissen
C
kraakbeenachtigen
D
trekvissen

Slide 19 - Quiz

met duurzame visvangst houden vissers geen rekening met:
A
het milieu
B
de soort kan zichzelf in stand houden
C
hoogst haalbare winst
D
bijvangst

Slide 20 - Quiz

magere vis bevat tussen..........% vet
A
3 en 6
B
6 en 8
C
0.5 en 3
D
10 en 16

Slide 21 - Quiz

welke vis hoort niet in het rijtje vette vissoorten thuis?
A
paling
B
haring
C
zalm
D
kabeljauw

Slide 22 - Quiz

welke vis is een kraakbeenachtige?
A
tong
B
zeeduivel
C
makreel
D
tarbot

Slide 23 - Quiz

verse vis herken je aan,...?
A
helder slijm op de huid en bolle ogen
B
donkerbruine kieuwen en witte ogen
C
melkachtig slijm op de huid en verkleefde kieuwen
D
frisse geur en platte ogen

Slide 24 - Quiz

welke van onderstaande vis is geen zoetwatervis?
A
snoek
B
zalmforel
C
baars
D
tonijn

Slide 25 - Quiz

tot welke soort behoort een griet?
A
rondvis
B
platvis
C
kraakbeenvis
D
zoetwatervis

Slide 26 - Quiz

hoeveel heb je goed/fout?
is je samenvatting in orde?
wat kan je nog verbeteren?

Slide 27 - Diapositive