Rekenvaardigheden

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesdoelen:

het gemiddelde berekenen

van maand naar week en andersom

afronden

een bedrag berekenen

procenten anders geschreven (als decimaal getal)

Gemiddelde berekenen

Het totaal : het aantal

 

voorbeeld:

5 , 6 , 7 = 5+6+7 = 18

18 : 3 = 6

Opdracht 1
Vijf klasgenoten ontvangen de volgende bedragen per maand aan zakgeld: € 70,-, € 55,-, €75,-, €27,50, en € 45.
Bereken in 2 decimalen het gemiddelde per persoon.

1. € 54,50 per maand
2. € 45,- per maand
3. €75,01 per maand
4. € 54,- per maand

Opdracht 2:
Lisa werkt voor een uitzendbureau en heeft de afgelopen vier weken de volgende bedragen verdiend: € 278,23, € 195,60,
€ 112,24 en € 213,01.
Bereken in 2 decimalen het gemiddelde per week

1. € 177,99 per week
2. € 199,77 per week
3. € 180,- per week
4. € 200,- per week

Opdracht 3:
Maarten heeft voor economie 3 cijfers gehaald deze periode die allemaal even zwaar wegen voor zijn rapport. Hij heeft een 8,3, een 4,1 en een 5,9 gehaald. Bereken in 1 decimaal het gemiddelde rapportcijfer van Maarten

1. 6,0 gemiddeld
2. 5,9 gemiddeld
3. 6,12 gemiddeld
4. 6,1 gemiddeld

Opdracht 4:
Een school heeft 5 klassen mavo 3. M3A 25 leerlingen, M3B 22 leerlingen, M3C 31 leerlingen, M3D 30 leerlingen en M3E 29 leerlingen. Bereken in een heel getal uit hoeveel leerlingen een gemiddelde klas bestaat. Geef je berekening.

Van week naar maand en andersom

Week

Jaar

Maand

X 52

: 52

X 12

: 12

Quinten is advocaat en werkt 65 uur per week. Hij heeft de afgelopen week netto € 8.700 verdiend.
Bereken in 2 decimalen hoeveel hij netto per kwartaal verdient. Geef je berekening

OF

Weekbedrag x 52 : 12 x 3

€ 8.700 X 52 = € 452.400,00 per jaar

€ 452.400,00 : 12 = € 37.700,00

€ 37.700,00 X 3 = € 113.100,00 per kwartaal

Afronden

De regels:

Als het cijfer een 4 of lager is, naar beneden afronden

Als het cijfer een 5 of hoger is, naar boven afronden

voorbeeld afronden op 2 decimalen:

€ 941,6668 -> € 941, 67

€ 835,7816 -> € 835,78

€ 1,74

€ 0,17

€ 3,90

€ 1,73

€ 10,00

€ 0,1721

€ 1,7356

€ 3,8999

€ 1,7345

€ 9,9988

14,0 %

1,7 %

17,2 %

31,5 %

88,3 %

1,7498 %

14,0497 %

17,2436 %

31,5268 %

88,3978 %

Hoe kan ik een bedrag berekenen

1. met een formule
2. met een verhoudingstabel

Opdracht 10:
Rosel heeft bij de Mediamarkt een televisie gekocht die normaal € 499,90 kost. Ze kreeg 10 % korting. Bereken in 2 decimalen hoeveel korting Rosel heeft gekregen.

Opdracht 11:
Joost heeft een bijbaantje en verdient € 65,- per week. Hij spaart per week 25% van zijn verdiende geld. Bereken in 2 decimalen hoeveel geld Joost van zijn verdiende geld overhoudt voor leuke dingen

1. € 65 : 100 X 25 % = € 16,25 houdt hij over
2. € 65 : 100 X 25 % = € 16,25. €65 - € 16,25 = € 48,75 houdt hij over
3. € 65 : 100 X 75 % = € 48,75 houdt hij over

Opdracht 12:
€ 8,45 : 100 X 15% = € 1,27 is de loonsverhoging

Ik heb een ander antwoord

Dat antwoord heb ik ook

procenten anders geschreven

8 % = acht honderdste deel = 0,08

8% uitrekenen ->  vermenigvuldigen met 0,08

BV: 8 % van € 200,- 

= € 200,- X 0,08 = € 16,-

opdracht 13:
10 % van 90 =
(geef je berekening)

opdracht 13:
49 % van 2.900 =
(geef je berekening)

opdracht 13:
6 % van 9100 =
(geef je berekening)

Opdracht 13

1. 10 % van 90 = 90 X 0,1 = 9
2.  30 % van 528 = 528 X 0,3 = 158,4
3. 20 % van 1.060 = 1060 X 0,2 = 212
4. 49 % van 2.900 = 2900 X 0,49 = 1.421
5. 1 % van 59 = 59 X 0,01 = 0,59 
6. 6 % van 9100 = 9100 X 0,06 = 546

opdracht 14 :
6 % van € 400,- afhalen

1. 100 % - 6 % = 94 %
2. € 400,- X 0,06 % = 24
3. 100 % - 6 % = 94 % € 400,- X 0,94 = € 376
4. € 400,- X 0,94 = € 376

Opdracht 14:
21 % bij € 50,95 optellen

1. 100 % - 21 % = 79 % € 50,95 X 0,79 = € 40,25
2. € 50,95 X 0,21= € 10,70 € 50,95-€ 10,70=€ 40,25
3. 100 % + 21 % = 121 % € 50,95 X 1,21 = € 61,65
4. 100 % + 21 % = 121 % € 50,95 X 121=€ 6.164,95

Opdracht 14

1.  100 % - 6 % = 94 % -> € 400 X 0,94 = € 376

2. 100 % + 25 % = 125 % -> € 38 X 1,25 = € 47,50

3. 100 % - 87 % = 13 % -> € 230,90 X 0,13 = € 30,02

4. 100 % + 21 % =121 % -> € 50,95 X 1,21 = € 61,65

5. 100 % - 65,8 % = 34,2 % -> € 120 X 0,342 = € 41,04

6. 100 % + 1,9 % = 101,9 % -> € 13,30 X 1,019 = € 13,55

Lesdoelen:

gemiddelde 

van maand naar week 

van week naar maand

afronden 

een bedrag berekenen

procenten anders geschreven (als decimaal getal)

Huiswerk

Rekenboekje

• leren formule overzicht (pagina 12)
•  maken pagina 7 t/m 11

Indien al af kan je verder met de extra lessen vanaf pagina 14 om te oefenen