Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
La négation / De ontkenning
niet / geen --> ne/n' ... pas in het Frans
Je ne suis pas malade --> ik ben niet ziek
Slide 1 - Diapositive
La négation / De ontkenning
Ne ... pas = niet/geen
Ne ... plus = niet meer
Ne ... jamais = nooit Ne ... rien = niets
Ne ... pas encore = nog niet
Slide 2 - Diapositive
La négation / De ontkenning
Ne / n' staat altijd vóór de persoonsvorm en de rest van de ontkenning staat achter de persoonsvorm
Je ne suis jamais malade - Ik ben nooit ziek Je n'ai jamais été malade - Ik ben nooit ziek geweest Je ne veux jamais être malade - Ik wil nooit ziek worden
Slide 3 - Diapositive
La négation / De ontkenning
Let op: Il y a wordt in de ontkenning il n'y a pas
C'est wordt in de ontkenning ce n'est pas
Slide 4 - Diapositive
La négation / De ontkenning
De na ontkenning
Na een ontkenning verandert un/une/des in de of d' (voor een klinker of stomme h)
Elle n'a pas de fièvre - Zij heeft geen koorts
Je ne mange jamais d'épinards - Ik eet nooit spinazie
Slide 5 - Diapositive
Maak de zinnen ontkennend. Gebruik de ontkenning tussen haakjes. 1. Éric est en bonne santé. (niet)