Online haat herkennen en reageren

Online haat herkennen en reageren

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je online haat herkennen en weet je hoe je hierop kunt reageren.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet je al over online haat en hoe je hierop kunt reageren?

Wat is online haat?

Online haat is wanneer mensen op internet discriminerende, kwetsende of beledigende opmerkingen maken over anderen.

Leg uit wat online haat is en geef voorbeelden.

Waarom is online haat schadelijk?

Online haat kan leiden tot intimidatie en kan schadelijk zijn voor het welzijn van mensen.

Leg uit waarom online haat schadelijk is en hoe het kan bijdragen aan een onveilig gevoel.

Hoe herken je online haat?

Online haat kan zich uiten in verschillende vormen, zoals beledigende opmerkingen, bedreigingen en intimidatie.

Leg uit hoe online haat zich kan uiten en geef voorbeelden.

Wat kun je doen als je online haat tegenkomt?

Je kunt reageren door het te melden bij een vertrouwenspersoon, de website of de politie als het ernstig is.

Beschrijf wat studenten kunnen doen als ze online haat tegenkomen.

Hoe kun je online haat voorkomen?

Je kunt online haat voorkomen door respectvol te zijn tegenover anderen en door te voorkomen dat je zelf haatdragende taal gebruikt.

Geef tips over hoe studenten online haat kunnen voorkomen.

Interactief element: Oefenen met reageren

Laat de studenten in tweetallen oefenen met het reageren op online haat.

Geef instructies over hoe studenten in tweetallen kunnen oefenen met het reageren op online haat. Zorg ervoor dat de oefening veilig is en dat studenten zich op hun gemak voelen.

Interactief element: Discussie

Sluit af met een discussie over hoe online haat kan worden voorkomen en hoe we er als individuen en als samenleving mee kunnen omgaan.

Leid een discussie over hoe we online haat kunnen voorkomen en hoe we er als individuen en als samenleving mee kunnen omgaan. Stimuleer studenten om hun eigen ideeën te delen en respectvol te zijn voor de ideeën van anderen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.