Les 52 een goede zin schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Pak erbij:

Laptop en log in op LessonUp

Wel op tafel, maar nog dicht: 

Kern boek, schrift en pen

Vandaag:

Aan de slag met les 52

Les 52: het schrijven van goede zinnen

Les 52: het schrijven van goede zinnen

Slechte zinnen: weinig samenhang, niet begrijpelijk.

> je weet dan hoe je zelf goede zinnen schrijft

> je kunt slechte zinnen verbeteren

> je kunt slechte zinnen herkennen

"Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen."

Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen.
Geef weer waarom dit wel of geen duidelijke zin is.

Belangrijk!

Goede zinnen:

• beginnen met een hoofdletter;
  
• eindigen met een punt, vraagteken of uitroepteken;
  
• bevatten minstens één werkwoord (persoonsvorm);
  
• bevatten ongeveer 7-10 woorden per zin.
  

Belangrijk!

1. Maak je zin ‘af’: 

Morgen ga ik. > Morgen ga ik naar tennisles.

2. Gebruik geen onnodig moeilijke woorden, Engelse woorden of afkortingen 

3. Gebruik geen chattaal

• DUS NIET: Wrm moeten we w8en?
  
• MAAR: Waarom moeten we wachten?

Belangrijk!

Doel bij goede zinnen:

Na de zin één keer lezen, begrijp je wat er staat. 

Schrijf het duidelijker:
Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen.

Schrijf één zin:
Wil je de reep met nootjes of die met zeezout en karamel? Die met nootjes.

Schrijf één zin:
Waarvoor gaan jullie die planken gebruiken? Om een tafel mee te timmeren.

Schrijf één zin:
Wat vind je eigenlijk van de serie SpangaS? Niet veel aan eigenlijk.

Opdrachten

Wat? Maak opdracht 1&2, 4, 5, 6, 8.

Waar? Op blz.108, les 52

Hoe? Individueel of in tweetallen

Hulp? Boek, klasgenoot of LessonUp uitleg

Tijd? 20 min.

Klaar? Even wachten op de rest