Les formuleren paragraaf 14 onjuiste inversie en paragraaf 15 geen symmetrie

Welkom allemaal! 

De les van vandaag gaat over: 
- Paragraaf 14: onjuiste inversie 
- Paragraaf 15: geen symmetrie 


1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal! 

De les van vandaag gaat over: 
- Paragraaf 14: onjuiste inversie 
- Paragraaf 15: geen symmetrie 


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen: 

- Aan het eind van de les kun je foutieve inversie in een zin herkennen. 
- Aan het eind van de les kun je de juiste woordvolgorde toepassen in je eigen teksten. 
- Aan het eind van de les kun je vormen van geen symmetrie herkennen. 
- Aan het eind van je tekst kun je opsommingen symmetrisch weergeven. 

Slide 2 - Diapositive

Inversie

Slide 3 - Diapositive

Normale zin: eerst ow dan pv dan een ander zinsdeel
> Ik ga morgen niet naar school. 

Inversie: de pv komt voor ow, ander zinsdeel kan wisselen
> Ga ik morgen niet naar school? > vraagzin 
> Morgen ga ik niet naar school. > ander zinsdeel beginnen 


Slide 4 - Diapositive

Met ontleding: 
Normale zinsvolgorde (OPA):
Onderwerp - Persoonsvorm - Ander zinsdeel (lv, mv, bwb)
> De leerlingen (O) wisten (P) niet wat inversie was (A) > (OPA) 

Inversie: 
> Nu (A) weten (P) de leerlingen (O) wat inversie is (A) > (APO) 
> Weten de leerlingen nu wat inversie is? > (POA > vraagzin)

Slide 5 - Diapositive

Inversie komt voor: 

Samengestelde zinnen met twee hoofdzinnen. 

Let op voegwoorden: en, maar, want 

Slide 6 - Diapositive

Foutieve inversie
Als het onderwerp achter de persoonsvorm wordt geplaatst, maar er wordt niks voor gezet:

Op het eindexamen (A) ging (P) het (O) fout en moest (P) hij (O) het hele jaar opnieuw doen (A) 

(APO en POA > geen vraagzin!) 


Slide 7 - Diapositive

Oplossing foutieve inversie: 

  1. Persoonsvorm en onderwerp omdraaien

  2. Zinsdeel voor de persoonsvorm zetten

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden: 
1. Vorige week was hij ziek (APO) en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht. (POA)
2. Vorige week was hij ziek  (APO) en daarom zijn we nog niet klaar met de opdracht. (APO)
3. Vorige week was hij ziek  (APO) en we zijn daarom nog niet klaar met de opdracht. (OPA)

Slide 9 - Diapositive

Is deze zin goed of fout?
Het regende vanmiddag en we hebben dus niks kunnen doen.
Goed
Fout

Slide 10 - Sondage

GOED

Slide 11 - Diapositive

Het (O) regende (P) vanmiddag (A) en we (O) hebben (P) dus (A) niks kunnen doen. 

Geen foutieve inversie, want er is geen inversie. 
Twee keer normale (OPA) woordvolgorde. 


Slide 12 - Diapositive

Is deze zin goed of fout?
Het regende vanmiddag en hebben we dus niets kunnen doen.
Goed
Fout

Slide 13 - Sondage

Fout

Slide 14 - Diapositive

Het (O) regende (P) vanmiddag (A) en hebben (P) we (O) dus (A) niets kunnen doen.

Eerste zin: OPA 
Tweede zin: POA > maar geen vraag! Dus niet terecht 


Slide 15 - Diapositive

Is deze zin goed of fout? Het regende vanmiddag en dus hebben we niks kunnen doen.
Goed
Fout

Slide 16 - Sondage

Goed

Slide 17 - Diapositive

Het (O) regende (P) vanmiddag (A) en dus (A) hebben (P) we (O) niks kunnen doen. 

Eerste zin: OPA 
Tweede zin: APO > mag  


Slide 18 - Diapositive

Onjuiste inversie?
Gisteren heb ik 's middags een paar uur keihard gewerkt en heb ik 's avonds nog een uurtje kunnen fitnessen. > lijkt fout

Gisteren heb ik 's middags een paar uur keihard gewerkt en gisteren heb ik 's avonds nog een uurtje kunnen fitnessen.

Het kan, dus inversie is correct.

Slide 19 - Diapositive

34.1 Bij deze brief ontvang je de nieuwste concertagenda en kun je ons natuurlijk bellen voor meer informatie over data, prijzen en programmering.
Goed
Fout

Slide 20 - Sondage

Fout

Slide 21 - Diapositive

Bij deze brief ontvang je de nieuwste concertagenda en kun (P) je (O) ons (A) natuurlijk ...... 

> POA is fout 
Oplossing: 
1. en natuurlijk kun je ons ...
2. je kunt ons natuurlijk... 

Slide 22 - Diapositive

Van zijn ouders mocht Ton geen cabaretier worden en dus is hij maar in het onderwijs gegaan.
Goed
Fout

Slide 23 - Sondage

Goed

Slide 24 - Diapositive

Van zijn ouders mocht Ton geen cabaretier worden en dus is hij maar in het onderwijs gegaan. 

Dus (A) 
is (P) 
hij (O) 

APO is een goede volgorde. 

Slide 25 - Diapositive

Opdrachten: 

Onjuiste inversie > paragraaf 14 opdracht 34 

Slide 26 - Diapositive

Vragen?
  Nog vragen over inversie?

Slide 27 - Diapositive

Geen symmetrie

Slide 28 - Diapositive

Symmetrie
Doortrekken waar je in de zin mee begonnen bent. 
1. Sandra gaat volgende week naar school om haar spullen te halen om bijles te vragen. 
2. Nederlanders hebben veel meer humor dan Duitsers. 
3. Men zegt dat het leven veranderd is, maar men zegt er niet bij hoe. 

Slide 29 - Diapositive

Drie vormen van geen symmetrie: 

- getal (enkelvoud/meervoud) 

> De Nederlanders hebben humor en de Duitser niet. 


Slide 30 - Diapositive

Drie vormen van geen symmetrie: 

- aanduiding (men/je) 

> Men zegt dat het leven veranderd is, maar je zegt niet hoe. 

Slide 31 - Diapositive

Drie vormen van geen symmetrie: 

- opsomming 

> Sandra gaat volgende week naar school om haar spullen te halen en het regelen van bijles. 

Slide 32 - Diapositive

Doven schijnen het in het dagelijks leven vaak nog moeilijker te hebben dan blinden.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 33 - Quiz

De bekendste problemen aan het loket zijn de lange wachttijden, de afstandelijke benadering en dat de dienstverlening traag is.
Goed
Fout

Slide 34 - Sondage

Fout

Slide 35 - Diapositive

De bekendste problemen aan het loket zijn de lange wachttijden, de afstandelijke benadering en dat de dienstverlening traag is. 

Oplossing? 
de lange wachttijden, de afstandelijke benadering en de de trage dienstverlening. 

> Herhaling van de constructie. 

Slide 36 - Diapositive

Opdrachten deze week: 

1. Paragraaf 9 inleiding> opdracht 24 + 25 
2. Paragraaf 11 liggend streepje, trema > opdracht 27 t/m 29 
3. Paragraaf 12 apostrof, getallen, wel of geen -n? > opdracht 30 t/m 32 
4. Paragraaf 13 onjuist begrenzen > opdracht 33 
5. Paragraaf 14 > onjuiste inversie > opdracht 34 
6. Paragraaf 15 > geen symmetrie > opdracht 35 + 36 

Slide 37 - Diapositive

Ik heb de uitleg:
A
niet begrepen
B
beetje begrepen
C
goed begrepen
D
heel goed begrepen

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Vidéo