1v zinsdelen benoemen H1 t/m H6
Wat is de pv?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
ploeg
B
was
C
tevreden
D
niet
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Wat is de pv?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
ploeg
B
was
C
tevreden
D
niet
Slide 1 - Quiz
Is de PV in deze zin hetzelfde als het gezegde?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Wat is het ow?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
Over de resultaten van de ploeg
B
de coach
C
de ploeg
D
de resultaten
Slide 3 - Quiz
Wat is het wg in deze zin?
Is die vrouw gevallen?
Is die vrouw gevallen?
A
is
B
gevallen
C
is gevallen
Slide 4 - Quiz
Wat is het ow?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
De meeste kleine kinderen
B
luisteren
C
graag
D
naar traditionele sprookjes.
Slide 5 - Quiz
Wat is het wg?
Meestal zullen leerlingen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
Meestal zullen leerlingen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
A
zullen uitgaan
B
zullen uitgaan van
C
zullen uitgaan van
D
zullen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
Slide 6 - Quiz
Wat is de bwb?
Zij moest op het perron wachten.
Zij moest op het perron wachten.
A
zij
B
moest
C
op het perron
D
moest wachten
Slide 7 - Quiz
Hoeveel bwb's zitten in deze zin?
Annika / gaat / altijd / met haar rode handtas / naar school.
Annika / gaat / altijd / met haar rode handtas / naar school.
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 8 - Quiz
Wat is het ow?
Het meisje geeft de planten water.
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 9 - Quiz
Wat is het lv?
Het meisje geeft de planten water.
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 10 - Quiz
Wat is het mv?
Het meisje geeft de planten water.
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 11 - Quiz
Wat is het ow?
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien is heel lekker geworden.
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien is heel lekker geworden.
A
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien
B
zelfgemaakte citroentaart met aardbeien
C
zelfgemaakte citroentaart
D
citroentaart
Slide 12 - Quiz
Wat is het ow?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 13 - Quiz
Wat is het lv?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 14 - Quiz
Wat is het mv?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 15 - Quiz
Wat is het wg?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
belooft
B
belooft een spetterende avond
C
belooft het
