Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2hv zinsdelen benoemen
Wat is de pv?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
ploeg
B
was
C
tevreden
D
niet
1 / 34
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat is de pv?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
ploeg
B
was
C
tevreden
D
niet
Slide 1 - Quiz
Wat is het ow?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
Over de resultaten van de ploeg
B
de coach
C
de ploeg
D
de resultaten
Slide 2 - Quiz
Is dit een wg of ng?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
wg
B
ng
Slide 3 - Quiz
Wat is de bijw.bep?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
de
B
tevreden
C
ploeg
D
niet
Slide 4 - Quiz
Wat is de bijw.bep?
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
de
B
tevreden
C
ploeg
D
niet
Slide 5 - Quiz
Is dit een wg of ng?
Is die vrouw gevallen?
A
wg
B
ng
Slide 6 - Quiz
Is dit een wg of ng?
Die oude man lijkt me erg eenzaam.
A
wg
B
ng
Slide 7 - Quiz
Wat is het voorzetselvoorwerp?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
De meeste kleine kinderen
B
luisteren
C
graag
D
naar traditionele sprookjes.
Slide 8 - Quiz
Wat is het ow?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
De meeste kleine kinderen
B
luisteren
C
graag
D
naar traditionele sprookjes.
Slide 9 - Quiz
Wat is de bijv.bep uit het eerste zinsdeel?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
De meeste kleine
B
De meeste
C
meeste
D
kleine
Slide 10 - Quiz
Wat is de bijv.bep uit het laatste zinsdeel?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
naar traditonele sprookjes
B
traditionele sprookjes
C
traditionele
D
sprookjes
Slide 11 - Quiz
Wat is de bijv.bep uit het laatste zinsdeel?
De meeste kleine kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.
A
naar traditonele sprookjes
B
traditionele sprookjes
C
traditionele
D
sprookjes
Slide 12 - Quiz
Wat is het wg?
Meestal zullen leerlingen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
A
zullen uitgaan
B
zullen uitgaan van
C
zullen uitgaan van
D
zullen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
Slide 13 - Quiz
Wat is het vv?
Meestal zullen leerlingen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
A
uitgaan van de eerlijkheid van de docent.
B
van de eerlijkheid van de docent.
C
uitgaan van de eerlijkheid
D
van de eerlijkheid
Slide 14 - Quiz
vv of bwb?
Zij moest op het perron wachten.
op het perron=
A
vv.
B
bwb
Slide 15 - Quiz
vv of bwb?
Annika gaat altijd met haar rode handtas naar school.
met haar rode handtas=
A
vv
B
bwb
Slide 16 - Quiz
vv of bwb?
Zij wacht in de stad op haar broer.
op haar broer=
A
vv
B
bwb
Slide 17 - Quiz
vv of bwb?
Zij ligt op de grond.
op de grond=
A
vv
B
bwb
Slide 18 - Quiz
vv of bwb?
Zij ligt op de grond.
op de grond=
A
vv
B
bwb
Slide 19 - Quiz
wg of ng?
Wordt jouw buurjongen de nieuwe oppas?
A
wg= wordt
B
wg= wordt de nieuwe oppas
C
ng= wordt
D
ng= wordt de nieuwe oppas
Slide 20 - Quiz
wg of ng?
Laat het probleem niet steeds erger worden!
A
wg= laat
B
wg= laat erger worden
C
ng= laat erger worden
D
ng= laat niets steeds erger worden
Slide 21 - Quiz
Wat is de bijvoeglijke bepaling uit het eerste zinsdeel?
Na een erg korte inspectie vertrok de inspecteur weer.
A
Na een erg korte inspectie.
B
erg korte inspectie
C
erg korte
D
korte inspectie
Slide 22 - Quiz
Wat is het mv?
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 23 - Quiz
Wat is het lv?
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 24 - Quiz
Wat is het lv?
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 25 - Quiz
Wat is het ow?
Het meisje geeft de planten water.
A
het meisje
B
de planten
C
water
D
planten
Slide 26 - Quiz
Wat is het ow?
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien is heel lekker geworden.
A
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien
B
zelfgemaakte citroentaart met aardbeien
C
zelfgemaakte citroentaart
D
citroentaart
Slide 27 - Quiz
Wat is het gezegde?
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien is heel lekker geworden.
A
wg= is geworden
B
wg= is
C
ng= is heel lekker geworden
D
ng= is geworden
Slide 28 - Quiz
Wat zijn de bijv.bep uit het eerste zinsdeel?
Jouw zelfgemaakte citroentaart met aardbeien is heel lekker geworden.
A
zelfgemaakte citroentaart met aardbeien
B
zelfgemaakte met aardbeien
C
citroentaart met aardbeien
D
met aardbeien
Slide 29 - Quiz
Wat is het mv?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 30 - Quiz
Wat is het lv?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 31 - Quiz
Wat is het ow?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
Met zijn optreden
B
de dj
C
het publiek
D
een spetterende avond
Slide 32 - Quiz
Wat is het vv in het laatste zinsdeel?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
een spetterende avond.
B
spetterende
C
avond
D
de
Slide 33 - Quiz
wg of ng?
Met zijn optreden belooft de dj het publiek een spetterende avond.
A
wg
B
ng
Slide 34 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
1v zinsdelen benoemen H1 t/m H6
Juin 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Redekundig ontleden uitleg + oefenen (ww/ng/o/pv/lv/mv/vv/bwb/bvb)
Juin 2023
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
230413 Herhaling grammatica
Avril 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2hv grammatica Brug +H1 zinsdelen
Mars 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2hv zinsdelen opdr. t/m bwb
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2hv kwartiel 4 zinsdelen 2022
Juin 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Woordenschat: vergelijking
Octobre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2B 11-3
Mars 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2