Quiz 1: Rijvaardigheid kennistoets
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1. Eén op de vier automobilisten die ernstig gewond raakte door een ongeval, heeft rijgevaarlijke geneesmiddelen, alcohol of drugs in het bloed.
Juist
Onjuist
Slide 2 - Sondage
2. 50 % van de gebruikers van gele-sticker-geneesmiddelen rijdt minder vaak auto dan voordat ze dat geneesmiddel gebruikten.
Juist
Onjuist
Slide 3 - Sondage
3. Mensen die benzodiazepinen gebruiken hebben een drie keer grotere kans op een ernstig ongeval dan mensen die deze middelen niet gebruiken.
Juist
Onjuist
Slide 4 - Sondage
4. Voorschrijvers en apotheekmedewerkers zijn verplicht om de patiënt te vertellen hoeveel invloed een geneesmiddel heeft op de verkeersveiligheid.
Juist
Onjuist
Slide 5 - Sondage
5. Een patiënt met een geneesmiddel uit categorie III mag na een week weer rijden als hij geen bijwerkingen (meer) heeft.
Tekst
Juist
Onjuist
Slide 6 - Sondage
6. Je hebt je patiënt met een geneesmiddel uit categorie III verteld dat hij niet mag rijden. Als hij dat toch doet, overtreedt hij de wet.
Tekst
Juist
Onjuist
Slide 7 - Sondage
7. Een patiënt met een middel uit categorie II, mag na een dosisverhoging opnieuw een paar dagen niet rijden.
Tekst
Juist
Onjuist
Slide 8 - Sondage
8. Het CBR mag weigeren iemand met een ernstige depressie het rijbewijs ontzeggen, ook al zijn zijn geneesmiddelen rijveilig.
Tekst
Juist
Onjuist
Slide 9 - Sondage
Tekst
