1.4 Egypte

Het oude Egypte
 Egypte








               Leven langs de Nijl- 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het oude Egypte
 Egypte








               Leven langs de Nijl- 

Slide 1 - Diapositive

1.4: Leven langs de Nijl
In deze paragraaf leer je:
  • waardoor het heel goed ging met de landbouw langs de Nijl
  • hoe markten ontstonden in Egypte
  • hoe steden ontstonden in Egypte
  • hoe Egypte één staat werd

Kenmerkend aspect: het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van
Egypte

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Wat is de naam van dit tijdvak?
A
Tijd van jagers en verzamelaars
B
Prehistorie
C
Tijd van jagers en boeren
D
Tijd van de eerste mensen

Slide 6 - Quiz

Samenleving van jager-verzamelaars
landbouwsamenleving
landbouwstedelijke samenleving

Slide 7 - Question de remorquage

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)
  • Mesopotamie (huidige Syrie)
Eufraat en de Tigris
  • Egypte
De Nijl  
  • Vruchtbare halve maan 
  • Groei van wilde granen langs de rivieren. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Dankzij de.........was Egypte een vruchtbaar land
A
Rijn
B
Nijl
C
Tigris
D
Eufraat

Slide 11 - Quiz


Hoe heet de vruchtbare grond
die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest

Slide 12 - Quiz

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl zo vruchtbaar dat de landbouw hoge opbrengsten had.
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.
D
De overstromingen van de Nijl zorgden voor waterkracht, die de Egyptenaren gebruikten voor het produceren van goederen in hun werkplaatsen.

Slide 13 - Quiz

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden (nilometer)

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden

Slide 14 - Diapositive

Het volgen van het ritme van de rivier

Slide 15 - Diapositive

Hoe heet de soort landbouw op het plaatje
A
Irritatielandbouw
B
Instroomlandbouw
C
Vrije landbouw
D
Irrigatielandbouw

Slide 16 - Quiz

Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.

Slide 17 - Quiz



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 18 - Quiz

Oorzaak
De landbouw ging zo goed dat er een landbouwoverschot ontstond.
Gevolg
Niet iedereen hoefde zich meer bezig te houden met de landbouw. Mensen konden een ambacht gaan uitoefenen.

Slide 19 - Diapositive

Ambacht
= beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap

Slide 20 - Diapositive


Is er iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen?

Slide 21 - Question ouverte

Pak je boek en lees en maak opdracht 1, 2 ,3 en 4 op blz 20/21 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Markten en steden ontstaan
Waar? ➡ langs de Nijl
➡ Kopen en verkopen van spullen door ruilhandel
➡ Handelaren en ambachtslieden gingen bij de markt wonen
➡ Hierdoor groeiden marktplaatsen uit tot steden
➡ Wanneer? ➡ 3500 v Chr. is in Egypte een landbouwstedelijke samenleving = deel van bevolking woont in stad en leeft van handel en ambachten. Maar: de meeste mensen wonen op het platteland en leven van de landbouw.
THEORIE!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Waarom was deze steen (van Rosetta) Belangrijk?
A
Er stond een recept op voor Egyptisch eten
B
Er stond een tekst op in drie verschillende talen
C
De steen werd gevonden door Nederlanders
D
De steen laat zien hoe rijk de Egyptenaren waren

Slide 26 - Quiz

Waarom zou het schrift zijn uitgevonden?

Slide 27 - Question ouverte

Waarom zou het schrift uitgevonden zijn?
  • Bij houden hoeveel bezit iemand heeft.
  • Opmeten van de akkers.
  • Bijhouden hoeveel belasting er is betaald.
  • Bijhouden wanneer de Nijl weer overstroomt. 
  • Als een volk het schrift gebruikt, eindigt daar de prehistorie.

Slide 28 - Diapositive

 Samenwerken!
  • Hiervoor heb je een leider nodig

  • Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)

  • Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar

  • Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao ('Groot Huis')

Slide 29 - Diapositive

Egypte wordt 1 staat
  • Staat = land met regering
  • Leider in Egypte = Farao (koning)
  • Volk = onderdaan van de farao
  • Volk betaalt belasting aan de farao in ruil voor zijn bestuur van het land.
  • 3000 v Chr. werd Egypte 1 staat onder leiding van de farao.
  • Er waren verschillen in macht en aanzien
THEORIE!

Slide 30 - Diapositive

Farao
slaven
boeren
handelaren
ambtenaren en schrijvers

Slide 31 - Question de remorquage

Sociale lagen

Slide 32 - Diapositive


In de piramide is de samenleving van het oude Egypte in vier groepen verdeeld. Deze verdeling laat de verschillen in rijkdom en aanzien zien.

welke zin is juist?

A
Een ambachtsman hoort in groep 2
B
In groep 4 horen de slaven.
C
Boeren zitten in groep 4
D
Priesters zitten in 1

Slide 33 - Quiz

1.4 Leven langs de Nijl
Waar + wanneer?
Egypte 5500 v Chr
Oorzaak?
vruchtbare grond door overstromen van de rivier de Nijl, het slib is vruchtbaar
Gevolg?
niet iedereen hoeft meer boer te zijn ➡ andere beroepen ontstaan ➡ ambachten bv. bakker
Ambacht?
Beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap
THEORIE!

Slide 34 - Diapositive


Is er iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen?

Slide 35 - Question ouverte