Grammatica zinsdelen les 4 mavo 2 t/m meewerkend vw

Lesopbouw  
  • Regels en doel van de les  (5 min)
  • Voorkennis (5 min)

  • Uitleg meewerkend voorwerp en samen oefenen (10 min)

  • Aan de slag: oefenen met zinsontleding (35 min) 

  • Afronding: terugkijken op de les , leervragen en lesdoel (15 min)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Lesopbouw  
  • Regels en doel van de les  (5 min)
  • Voorkennis (5 min)

  • Uitleg meewerkend voorwerp en samen oefenen (10 min)

  • Aan de slag: oefenen met zinsontleding (35 min) 

  • Afronding: terugkijken op de les , leervragen en lesdoel (15 min)

Slide 1 - Diapositive

Waarom omgangsregels ? 
1. Je gaat op je eigen plek zitten. 

2. Je bent stil als ik aan het woord ben.   

3. Als jij aan het woord wil, dan steek je je hand op en wacht op je beurt. 


4. Je blijft van elkaar en elkaars spullen af.

5. Maximaal drie waarschuwingen ! 





Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog? 
Weet je nog welke vragen je stelt bij het vinden van de persoonsvorm (PV), werkwoordelijk gezegde (WG), onderwerp (OW), lijdend voorwerp (LV) en meewerkend voorwerp (MV)? 


Wat vind je nog moeilijk? 

Slide 3 - Diapositive

Meewerkend voorwerp

Slide 4 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Tekst
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm 
De verliefde man 
de vrouw
het kado 
geeft 

Slide 6 - Question de remorquage

Doel van de les
Je weet wat een meewerkend voorwerp is.

Je kunt het meewerkend voorwerp  (MV) opsporen in een zin, door het stappenplan toe te passen. 

Je weet wat een bijwoordelijke bepaling (BWB) is. 


Slide 7 - Diapositive

Stappenplan ontleden
1. Zoek de persoonsvorm PV (tijdproef: zet de zin in een andere tijd)     ALTIJD AANWEZIG
2. Zet de strepen voor de zinsdelen  (alles wat voor de PV kan staan)     ALTIJD AANWEZIG
3. Werkwoordelijke gezegde (WG) (alle werkwoorden in de zin, dus ook de PV)   ALTIJD AANWEZIG
4. Onderwerp (OW) (wie of wat  + pv + wg ?)                                         ALTIJD AANWEZIG

5. Lijdend voorwerp (LV) (wie of wat + pv+ wg + ow?)                       NIET ALTIJD AANWEZIG
6. Meewerkend voorwerp (MV) (aan wie/voor wie + pv+ wg + ow+ lv?)  NIET ALTIJD AANWEZIG

7.  Bijwoordelijke bepaling (BWB)  alle zinsdelen die overblijven       NIET ALTIJD AANWEZIG
(er kunnen meerdere BWB in een zin zitten !!!) 

Slide 8 - Diapositive

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch

Slide 9 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin is?

Zal ik voor jou ook een eitje bakken?
A
een eitje
B
jou
C
voor jou
D
geen mv

Slide 11 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.
A
voor de jarige
B
de jarige
C
alle aanwezigen
D
een vrolijk welkomstlied

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
timer
20:00
Opdracht ontleed in stilte de zinnen op papier. 




Slide 13 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over
1 .  
Annelie  geeft  mij  altijd een bioscoopbon  voor mijn verjaardag.







Slide 14 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over
Mijn moeder wil elke vakantie een ansichtkaart sturen aan haar ouders. 





Slide 15 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over

Mocht meneer Roex de pasfoto's aan de leerlingen overhandigen?



Slide 16 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over

Aan zijn buurjongen gaf hij laatst een mooi computerspel. 



Slide 17 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over
5    
Dat boek hebben jullie voor hem gekocht. 


Slide 18 - Diapositive

Evaluatie les
- Kennis en toepassen zinsdelen (PV/WG/OW/LV/MV)
- Houding, gedrag van jezelf

Slide 19 - Diapositive

Jullie
hebben
hem
de weg
gevraagd.
gisteren
LV
PV
MV
OW
WG
BWB

Slide 20 - Question de remorquage

Snap je hoe je het lijdend voorwerp (LV), meewerkend voorwerp (MV)en de bijwoordelijke bepaling (BWB) kunt vinden?
Ja!
Ik vind het meewerkend voorwerp nog lastig.
Ik snap ze allemaal nog niet zo goed,

Slide 21 - Sondage

HOEVEEL WAARSCHUWINGEN HEB JIJ GEKREGEN ?
0
1
2
3
meer dan 3

Slide 22 - Sondage